38. Aankomen


Dag 12
Om 8u in de ochtend komt de papa van Dong Mi ons ophalen om naar de luchthaven te brengen. Vroeg, maar ondanks de soju van de vorige avond/nacht sta ik fris (adrenaline?) op. De inpakstress hebben we de vorige avond gelukkig al gehad. Van alle dingen die deze reis (te) veel waren, blijkt er zeker ook te veel bagage te zijn. Dat komt ervan als je blijft kopen, ook al puilen de koffers uit. Na passen, wegen, meten en extra koffers kopen, eindigen we allemaal met spullen van een ander in onze koffers of tassen. Waarom we dan niet gewoon onze eigen spullen zelf konden meenemen, vraag ik me af op een bepaald moment,… maar ach, waarom ineens praktisch worden 🙂
En wat we meenemen? Kilo’s skin care, shampoo, een hoeveelheid sokken waar het Koreaanse leger jaloers op zou zijn, schoenkadootjes (in Nederland blijkt het een onbegrensd ding), m&m’s en zoute koekjes… De zwaarste koffer weegt 30 kilo, ook de mijne weegt te veel. We kunnen altijd nog de adoptiekaart trekken voor die extra kilo’s moest dat nodig blijken.

‘Hij is dicht.’ Met die woorden kondigt Dong Mi ons vertrek dan onvermijdelijk aan. Haar papa pikt ons op, met de heerlijkste dumplings als voorlopig laatste Koreaanse ontbijt. Ik probeer het vertrekproces bewust te blijven voelen, ook al is het pijnlijk. In de auto zingt de papa van Dong Mi Koreaanse liedjes, Arirang en een kinderliedje waarvan Eunhee zich nog herinnert dat het voor haar gezongen werd toen ze als kind nog in Korea woonde. Het wordt even te veel voor mij. Wat eerder een hypothese en aanvaardbare uitleg leek, voél ik nu heel erg: wat als er iemand van mijn familie gestorven is? Wat als ZIJ er niet meer is?
Bij het opstijgen voel ik dat een deel van mij zich even heel erg hevig verzet tegen wat voelt als een losrukking en afscheuring van wat ik deze keer zelfs niet kon vastnemen.
Het is een realiteit voor veel geadopteerden die uiteindelijk vonden, secondary rejection. En zelfs al is er wel (goed) contact, de complexiteit en beladenheid is nooit ver weg. Het blijft meestal ook een moeilijke evenwichtsoefening waarbij je eigenlijk altijd in de wachtende positie zit: willen ze mij zien, wanneer, hoe vaak, hoe lang,…? En je springt als zij het vragen, want je bent er dàn uiteindelijk toch, en hen zien is wat je wil dus ja… eigen plannen en noden zullen dan later weer wel ergens opgepikt worden.


De vlucht duurt 13,5 uur. Een vreselijk roteind vliegen, maar ik heb de tijd ook nodig en gebruik hem om mijn gedachten en gevoelens te richten op mijn gezin, om ook innerlijk van Korea naar België te reizen.
De gezinnen van de anderen en Johan staan op ons te wachten op Schiphol. Ook deze mannen en kinderen zijn lotgenoten, wat bij ons hoort, is ook van hen. Het weerzien in die aankomsthal voelt als een uniek en krachtig moment, kort maar ook heel intens, met veel liefde en zoals altijd ook verdriet, omdat we elkaar weer wat losser laten.
Het is goed, vertrouwd en geborgen om op te gaan in Johan zijn omhelzing. De kinderen slapen al als ik thuis kom, maar ik maak ze even wakker. Ze ruiken zo lekker naar zichzelf en het brengt me gelijk ook meer aanwezig en thuis. Ilja wordt die nacht 2 x wakker, en hoewel dit veel te lang zijn gewoonte was, is dit nu wel echt uitzonderlijk. ‘s nachts klampt hij zich als een aapje aan me vast. Ook onze kinderen dragen ongetwijfeld een stuk van ons lot en ons verdriet mee, ook al doen we nog zo ons best om dat zo klein mogelijk te houden voor hen.
De kinderen vragen of ik halmoni en halboji heb gezien, maar vragen niet verder als ik zeg dat dat niet zo is. Later misschien, voor nu kan ik er tegenover de kinderen geen woorden aan geven.

Bedankt om mij en ons te volgen, voor alle lieve, steunende berichten die ons mee konden dragen.
Ik heb het enorm goed gehad, genoten, alles in me opgenomen wat er was voor mij, alle geuren, kleuren, smaken, zorg en liefde. Ook al verliepen dingen anders dan gedacht/gehoopt.
Waren er soms ergernissen, door andere verwachtingen en behoeftes? Zeker. Werden die uitgeklaard? Dat ook.
Dat dit mogelijk was in deze intense omstandigheden met 5 (zelfs 7) geadopteerden is veelzeggend en ontzettend waardevol, want allerminst evident, een kado dat ik iedereen zou gunnen.


Lieve Dong Mi, bedankt voor je zorg en aandacht. Ik wist me geborgen in je immer aanwezige onderzoekende blik op mij.
Lieve Eunhee, bedankt voor je warmte en humor. Je zachtheid en rustige manier van zijn, deden mij deugd.
Lieve Judi, bedankt voor je gevoelige nuchterheid. Ik voelde veel herkenning in onze onverwachte, maar waardevolle en gewaardeerde klik.
Lieve Miek, bedankt voor de aaitjes en kneepjes. Jouw nabijheid sterkt me, altijd.
Lieve Soo, bedankt voor de lach en de traan. Mede dankzij jou kon ik zelf snel en goed mijn balans houden/vinden.
Lieve Sun Young, bedankt voor je doortastendendheid en je aanwezigheid. Dat jij er onverwacht was om de laatste dagen met ons door te brengen, was voor mij de kers op de taart.


Ik houd jullie graag nog even vast.

Liefst kijk ik nog heel de dag foto’s en filmpjes, Korea playlist op de achtergrond. Maar ik sta recht, doe mijn jas aan en ga de kinderen ophalen van school. Ik ben terug.

37. Vertrekken

Dag 10 vervolg
‘s middags ga ik met Judi naar het National museum of Korea. Als ik onderweg naar de afspraak even snel iets eet aan de kraampjes bij Namdaemun market zie en hoor ik overal toeristen om me heen. Ik erger me aan hun hun gegiechel en viesneuzerij boven het eten dat voor mij bij het lekkerste ter wereld hoort. Ik mag in Korea dan opvallen door onkoreaansheid, een toerist ben ik ook niet helemaal.
Het museum zelf vinden we niet zo heel interessant. We zijn ook teveel aan het babbelen en we hebben eerlijk gezegd weinig aandacht voor wat we zien. Volgende keer dan maar, nu aan de wijn om dit onverwacht fijne gesprek verder te zetten. Later eten we samen met Sun Young in een hanok, waarna de rest nog afzakt om afscheid te nemen van Judi, tot in Nederland. Het naderende vertrekt maakt nog meer los dan er al was en om de beurt janken we een deugddoend potje.
Morgen is het de laatste volle dag in Korea. Wat ik wil doen? Heel de dag eten om de smaken zoveel mogelijk met me mee te nemen, maar eerst…


Dag 11
Ik sta hyper op. Ik voel dat het alternatief huilen is, dus ik ga maar even op mijn energieke been staan voor deze dag. Samen met Soo en Miek laat ik een tattoo zetten. Bij het plannen van de reis bleek dat we deze wens alledrie hadden.
Ik wilde mijn eigen Koreaanse naam, geschreven door mijn moeder, in de tattoo laten verwerken. Omdat ik haar echter niet zag deze keer en er met niemand contact is, besloot ik enkel de kersenbloesemtak te laten zetten en het plekje voor mijn naam open te laten. Dat wacht om opgevuld te worden, net zoals het bijkomende gat in mijn hart na deze reis. Maar mijn roots draag ik vanaf nu voor altijd symbolisch met me mee, het takje zal mijn naam dragen als de tijd daarvoor rijp is.
Soo laat het Koreaanse woord voor ‘dochter’ zetten, een woord met een beladen betekenis, zeker ook voor haar. Dochter van een moeder die ze niet kent, maar wel voelt en zeker ook naar verlangt. Het levert een emotioneel moment op, gelijkwaardig aan een goeie therapiesessie.
Ik stuur een berichtje naar mijn beste vriendin: ‘ Weet je nog, dat ik na elke meerdaagse schoolreis vreselijk moest huilen op de laatste avond?’ Dat weet ze nog. Ik begrijp nu beter waarom maar dat neemt niet weg dat ik me opnieuw zo voel.

De hyperstand heb ik omgeruild voor de huilstand als we de avond ingaan. De sfeer aan tafel is gek, bedrukt ook. Niet iedereen is nog écht aanwezig, de één lijkt al meer vertrokken dan de ander. We zetten de knop om en gaan nog een laatste keer naar de karaoke. I’ve had the time of my life…

36. Blijven


Dag 7
Ik heb goed geslapen vannacht.
We slenteren door Busan, laten ons opmaken in een department store en genieten van de zon op Haeundae beach. Zo met de zon op mijn snoet voel ik, heel anders dan gisteren, de rust indalen. Het is niet voor nu. Alles is altijd dubbel, maar ik voel me het meest ontdubbeld op deze plek, in dit gezelschap.
Af en toe trekken we de adoptiekaart: om goede wil te kweken, om korting te krijgen of iets te doen wat eigenlijk niet toegelaten is. ‘s Avonds op de kamer krijg ik zo van de meisjes 4 sojuglaasjes uit het restaurant waar we gegeten hebben, een aandenken aan onze trip naar mijn geboortestad.
Verder lijkt een thema van de reis ‘veel of te veel’: (te) veel emoties, meegezeulde pralines, adoptie, verhalen, complexiteit,… teveel foto’s maar vooral teveel bagage. Zoveel mogelijk van Korea moet immers mee naar die andere thuis.

Dag 8
We vertrekken zo dadelijk uit Busan, van mijn familie geen enkel teken.
In mijn hoofd heb ik 2 scenario’s bedacht: misschien is er iemand overleden of misschien heeft iemand een kind geadopteerd (mijn broer en zus kunnen geen kinderen krijgen) en durven ze dat niet te zeggen. Er lijkt iets aan de hand te zijn wat, denk ik, niets met mij te maken heeft.
Ik vertrek redelijk rustig, maar ik weet, als ze dit weekend nog sturen, dan ga ik terug. Bij elk geluidje van Kakao talk (soort whatsapp) dat ik hoor, bevries ik even: ‘Is het de mijne?’ maar tot nu toe was dat nooit het geval. Ik voel evenwel de hele tijd een soort van alertheid.

Bij elke stap richting trein terug probeer ik Busan met me mee te nemen, de tranen prikken en mijn hart doet fysiek pijn. Ik, die zo lang niks van Korea moest weten, ik zou hier zo graag nog even blijven, voel me zo verbonden met deze grond, de mensen, het eten,… al zal ik hier nooit kunnen zijn zoals ik verlang en zonder dat bitterzoete gevoel.
In Seoul zien we Eunhee terug, en ook Sun Young en Judi die ondertussen zijn aangekomen. Onder andere Sun Young was er aan het begin van mijn proces en bood houvast tijdens een moeilijke periode. Weer tranen, omdat het zo bijzonder is elkaar in Korea te kunnen vast houden. We belanden van de ene in de andere eettent, de combinatie aan mensen en de euforie om elkaar in Korea te zien, stuwt de energie de hoogte in. We zijn hier! We wentelen ons erin en eindigen opnieuw in een karaoke bar voor een paar uur pure ontlading.


Dag 9
Vandaag staat te boek als de officiële verjaardag van Eunhee. Ondanks dat ze haar familie terug vond, heeft ze nooit zekerheid gekregen over haar geboortedag. Voor veel geadopteerden is hun verjaardag beladen en emotioneel, niet echt iets om te vieren, maar zoals we dan tegen elkaar zeggen: blij dat je er bent, fijn je te kennen en laat ons het leven vieren. Dus we eten taart, nemen een massage en eten heerlijke Koreaanse BBQ in een uitbundige sfeer. Het gekke is dat ik hier nooit veel honger heb, ik voel me veel sneller en langer vervuld en verzadigd.Onze emoties reguleren we op meest typische Koreaanse manier, met alcohol en karaoke.
Korean fried chicken en wat nachtelijk dwalen door de stad maken de dag compleet.


Dag 10
Vandaag is het familiedag: Dong Mi gaat picknicken met haar ouders en neemt Soo mee, Annemieke is op familieweekend en Eunhee heeft afgesproken met haar zus.
Ik heb de picknick met Dong Mi haar ouders afgezegd. In Busan besefte ik dat ik mezelf dat wilde besparen, onder andere toen Dong Mi zei: ‘Dan kan je het eten van mijn omma proeven.’ Het eten proeven van mijn moeder is deze reis het pijnlijkste gemis, omdat het mij het ultieme thuisgevoel geeft en omdat er zoveel liefde in wordt doorgegeven.
Ik merk dat de meesten onder ons bezig zijn met overmorgen, met vertrekken naar Nederland, sommigen dachten al aan vertrekken toen we hier nog niet echt waren aangekomen.
Ik probeer hier te blijven, in het hier en nu, maar voel onvermijdelijk al wat van de pijn die het me zal kosten om hier weg te gaan, weg van mijn familie, van Korea. Weg uit deze bubbel, ver weg van het dagelijkse leven, en de cocon van geborgenheid bij deze mensen.


Morgen, voor de laatste dag, staat er nog iets speciaals op het programma.

35. Take me home

Dag 5
We reisden met de trein naar Busan vandaag, voor mij met gemengde gevoelens. Eunhee bleef in Seoul en het voelde even verleidelijk om Busan (en de situatie met mijn familie) te vermijden en ook te blijven. Wat moet ik daar immers, waarom zou ik de pijn zo expliciet opzoeken? Maar zoals Johan in april al zei: het is er toch, of je nu gaat of niet. Tijdens het bespreken van deze reis in mei liet ik nog in de planning opnemen dat ik langer in Busan zou blijven en niet bij de rest in een hotel zou slapen omdat ik bij mijn familie zou logeren, we spraken toen immers af elkaar zeker te zien. Hoe anders is de situatie nu.
In de trein hoorden we hoe stil het was…nadat we streng aangemaand werden om te zwijgen en zelf even stil waren, we zaten blijkbaar in een stilte coupé. Tijd om na te denken dus, ook toen schoot weer door mijn hoofd om gewoon langs te gaan. Dit idee wordt voornamelijk aangewakkerd door de suggestie van andere mensen. Zelf heb ik het gevoel dat ik op mijn beurt deze grens van hen te respecteren heb, hoe onbegrijpelijk alles op dit moment ook is voor mij, het gaat niet enkel om mij en mijn behoeften, ik maak deel uit van een groter geheel, ook al heb ik daar momenteel geen zicht op.


Voet zetten op mijn geboortegrond deed ik deze keer weer iets bewuster, ik neem alles in me op van wat had kunnen (moeten?) zijn. ‘s avonds drongen soju en nore bang (karaoke) zich op. Het was duidelijk dat er bij ons allevier een serieuze lading en last afgezongen moest worden. Voor we de karaoke binnen mochten, werd nog geverifieerd of we wel ouder dan 20 jaar waren, we droegen wel mondmaskers, maar toch 🙂


In de loop van de dag kregen we nog een berichtje van een andere Seoul sister die al decennialang haar mama zoekt. Ze verbleef afgelopen zomer 2 maanden in Korea maar opnieuw zonder resultaat. Onze verhalen en foto’s gaven haar de duw om vandaag haar ticket te boeken en morgen af te reizen voor een paar dagen zodat ze een aantal zaken kan doen voor haar zoektocht die op afstand moeilijk zijn.


Dag 6
Ik heb voor mijn gevoel geen oog dicht gedaan vannacht, mijn lijf was heel onrustig en ging op en neer tussen gaan aankloppen of toch maar niet. Onderweg naar de Songdo kabelbaan heb ik constant een zwaar gevoel en een krop in mijn keel. Ook: ‘Zouden we haar tegen komen? Zou ze in de straat hiernaast lopen?’ komen regelmatig weer terug.
Bovenaan de kabelbaan hebben we een prachtig uitzicht over de stad. Miek staat geruisloos naast me, zoals wel vaker het afgelopen anderhalf jaar: ‘Je bent geboren in een vakantiestad.’ Het is niet toevallig dat zij de knop indrukt, maar meer heb ik niet nodig op dat moment. Ik kan alleen maar denken dat ze daar ergens rondloopt, mijn omma, en ik kraak even. Inwendig (en ook iets minder inwendig) schreeuw ik om mijn moeder, en ook waarom, waarom wil ze mij niet zien? Wat ben ik blij met de fysieke aanwezigheid en nabijheid van mijn dierbare reisgenoot, niet enkel tijdens deze 12 dagen. Mijn lichaam kalmeert na een tijdje ook weer.
Ik besluit mijn andere zus (degene die uit de familieapp is gegaan) toch een bericht te sturen. Zij heeft het wel gelezen maar reageert evenmin.
Momenteel heb ik het gevoel dat ik het zo kan laten, maar er zijn nog heel wat uren in 2 dagen en 2 nachten om te twijfelen en van gedachte te veranderen. Zal ik spijt hebben als ik niet ga? Wellicht, maar veel minder dan als ik wel langs ga en de dingen nog vererger. Ik probeer de, voor mij, ondoorgrondelijke Koreaanse manier van doen te volgen.


En ik geniet ook, het is nog steeds ook heel vervullend om hier te zijn, de (soms niet zo frisse) lucht in te ademen, het eten te eten en de taal te horen. Een uur nadat we bij de kabelbaan weg gingen, sta ik weer te dansen in een winkel, de balans weer gevonden.
We kopen sokken bij een man in de metro, als hij hoort dat we geadopteerd zijn, springen de tranen in zijn ogen en geeft hij ons een zakdoek kado. Wat zou zijn verhaal zijn? Wat heeft hij met afstand en adoptie?
Als zalige afsluiter van de dag trakteren we onszelf op een Thaise massage, om 22u ‘s avonds zonder afspraak met 3 mensen een massagesalon binnenwandelen en als koninginnen bediend worden, dat is ook Korea.

34. S(e)oul searching

Dag 2
Opstaan met de wekker want om 11 uur werden we verwacht bij de kapper, de ene al voor een langere behandeling dan de andere. Daar aangekomen, werden we 1 voor 1 aan een minutieus onderzoek onderworpen wat betreft de gezondheid en toestand van ons haar. 1 van de kappers vroeg zich verbaasd af of het in Nederland zo koud/vochtig/warm was gezien de abominabele toestand van ons haar. De reddingsoperatie voelde wel heel comfortabel: haar wassen gebeurde liggend en als een product moest intrekken, kregen we een dekentje over ons heen gelegd, alsook een haarstoombad/sauna om bij weg te dromen. Meer dan 1 iemand van ons deed een dutje tijdens het wachten.
Zelf viel ik in slaap tijdens het knippen, schoot 3 keer wakker terwijl mijn hoofd naar beneden viel. Ik, die eigenlijk altijd duisternis, stilte en een bed nodig heeft om te kunnen slapen was zo ontspannen (en moe) dat ik gewoon tijdens de kappersbeurt in slaap viel. Een bizarre gewaarwording, maar ik merk ook aan andere dingen dat mijn lichaam zich hier ontspant. In België heb ik eigenlijk altijd pijn, al word ik dat pas gewaar als iemand op mijn lichaam duwt of als ik dus in Korea ben en merk dat alles veel lichter, en minder pijnlijk, voelt.
Nadat we er allemaal weer piekfijn uitzagen, namen we de metro naar het restaurant van Dong Mi haar papa waar ik genoot van het eten, het gezelschap, zijn aandacht en zorg. Hij stelde me de vraag of ik, gezien de situatie, liever niet gevonden had. Het antwoord is volmondig: nee, ik zal altijd dankbaar zijn dat ik gevonden heb, zelfs als ik mijn familie nooit meer zal horen of zien. Hoewel ontzettend pijnlijk, zal ik altijd blij zijn met wat ik mocht ontvangen aan affectie en met de informatie die ik van hen kreeg. Ik denk dat heel veel geadopteerden zullen beamen dat dit van onschatbare waarde is, zeker zij die niet vonden, en ik koester die heel erg.
Rond middernacht kochten we brillen (Aziaten die brillen dragen, begrijpen ongetwijfeld dat dit echt een essentieel onderdeel is van de reis) die we 40 minuten later, inclusief glazen, op mochten halen.
Met dank aan de jetlag aten we nog niets nadien en hielden een aantal onder ons het nog vol tot 4u ‘s nachts (of was het toch later?).


Dag 3
De tol van het nachtleven liet zich voelen en maakte dat we allemaal rond de middag opstonden. Na het ontbijt rond lunchtijd trokken we naar Gyeongbokgung, een bekend paleis in Seoul waar je gratis binnen mag in hanbok (traditionele kleding). In onze nopjes en vol enthousiasme over hoe we er in hanbok uitzagen, namen we honderden foto’s, Koreaanser als dit zullen we er niet meer uitzien.
Nadien namen we de metro naar Lotte tower, een gebouw van meer dan 550 meter hoog, om Seoul bij night te zien. Indrukwekkend om even op te gaan in deze imposante stad van zo een 10 miljoen inwoners en te voelen wat het met je doet, wat als…
Laat in de avond raapte ik mijn moed bij elkaar en stuurde een berichtje naar mijn oudste zus: ‘Onni, ik verwacht niks maar wilde je toch laten weten dat ik overmorgen in Busan ben. Please feel free to inform omma, appa, older sister and younger brother.’
Ik kreeg echter geen reactie, ze heeft het bericht zelfs niet gelezen.


Dag 4
Een spannende dag vandaag, samen met Soo ging ik in de namiddag naar het politiebureau om de zoektocht naar haar mama opnieuw in gang te zetten. Ze zoekt al jaren maar komt via de adoptiediensten tot nu toe geen stap verder. Na een bezoekje aan de Coex mall met de bekende bibliotheek, was er geen vluchten meer aan. We stapten het politiekantoor binnen bij de afdeling Vermiste personen om het verzoek in te dienen, vergezeld van vrienden van Dong Mi die zo lief waren te vertalen. Soo was super dapper en rustig, zelf moest ik meermaals mijn tranen wegslikken en de opkomende misselijkheid onderdrukken. Mensen die nog steeds vinden dat adoptie op deze manier kan plaatsvinden, nodig ik uit om eens een zoektocht mee te doen, om eens samen met iemand die al jaren zoekt in een grauw politiebureau te gaan staan, achter tralies en al. Het is zo onnatuurlijk om op deze manier zonder enige zekerheid af te smeken waar je gewoon recht op hebt. Je bent zo afhankelijk van de goede wil van anderen en overgeleverd aan contacten ter plaatse. Ik voelde me overspoeld door onrechtvaardigheid, boosheid ook weer, en de misselijkheid liet zich niet meer wegduwen. Niemand zou ooit om die reden bij een politie bureau terecht mogen komen. Er was soju nodig, tranen ook, om wat te verzachten en de illusie te wekken dat één en ander weggespoeld kan worden.


Morgen treinen we richting Busan, waar mijn familie woont, mijn zus heeft mijn bericht nog steeds niet gelezen.

33. Going/leaving home

Gisteren was het dan éindelijk zo ver… we stonden al zo lang in de startblokken, dat het voor sommigen kramp op begon te leveren.
Het afscheid van Johan en de kinderen verliep rustig en veel bewuster dan anderhalf jaar geleden. Ik kon deze keer oprecht zeggen dat ik hen zou missen, een gevoel waar ik toen niet echt goed bij bleek te kunnen.
Ik heb intensieve en drukke weken achter de rug die me ook de gelegenheid gaven wat te vluchten voor de emoties die ook wel bij deze reis horen: waarom antwoordt mijn familie niet op mijn berichtjes? Ik ben bang dat ik hen niet ga zien deze keer. En als ze mij niet contacteren, doe ik dat dan zelf? Stuur ik een berichtje of ga ik gewoon aan hun deur kloppen? Ik zou op dit moment eigenlijk niet kunnen zeggen wat ik ga doen, het is echt dag per dag voelen en kijken wat er eventueel opkomt.

Geheel volgens het draaiboek van Soo ontmoetten we elkaar (Soo, Miek, Eunhee, Dong Mi en ik) rond 17u op Schiphol, anderhalf uur te vroeg om in te checken. Nog even gewacht, en dan gaan…of toch niet. Er bleek iets mis met de boeking van Dong Mi waardoor ze niet mee zou mogen. De niet zo heel vriendelijke mevrouw achter de balie deed er wel een tijdje over om dit administratieve euvel te verhelpen, lang nadat de incheckrij al volledig was opgelost. Maar oef, we konden… en rennen. Aan de gate konden we gelijk boarden, om dan aan boord nog een uur te moeten wachten omwille van vertraging. Na een goede vlucht, en lekker Koreaans vliegtuigeten, landden we met z’n vijven in de namiddag, Koreaanse tijd, en klonk het uit meerdere kelen emotioneel en enthousiast: We zijn er!!!


De papa van Dong Mi stond ons op te wachten om ons naar ons 1e verblijf te brengen. De liefde en de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid tussen Dong Mi en haar papa was mooi en vervullend om te zien, tegelijkertijd ook pijnlijk dat ondanks veel inspanning, liefde en goede wil van beide kanten communiceren heel lastig blijft en de jaren zonder elkaar niet te overbruggen zijn.
Omdat het belangrijk is prioriteiten te stellen, gingen we eerst eten, samen met 2 zussen en een nichtje van Miek die haar graag gelijk wilden zien


Het lijkt alles wat we nog kunnen (terug) halen en opnemen, die losse momenten met elkaar, gevuld met goede wil maar ook met gemis en verdriet. Het doet mij veel deugd om mijn vriendinnen met hun familie te zien. En ja, dat betekent ook dat de pijn over de situatie met mijn eigen familie nooit ver weg is. Maar ik deel mee in de zorg die zij ontvangen en kan me er heerlijk in laten weg zinken.
Ik zag dat Miek voor vertrek iets postte over Going/leaving home, heel accuraat. Als ik voel wat dat betekent, dan verscheurt het me soms, rijt het me open.
Aan ons maar weer om de verschillende delen bij elkaar te rapen en samen te brengen. Zo een gezamenlijke reis naar Korea is een, weliswaar nooit afdoende, poging daartoe.

32. Bijna zover

Nog 5 (overvolle) dagen, dan mag ik weer, back to the Motherland, samen met 4 andere Koreaanse vrouwen. Wat we gaan doen? Gewoon daar ‘zijn’. Ruiken, voelen, proeven, veel eten. Rondslenteren en verdwalen, zowel in de straten als in de gedachte ‘wat als?’.
Ik kijk er enorm naar uit en ik voel tegelijkertijd veel verdriet. Ik had het druk genoeg de afgelopen tijd om er niet zo veel van te voelen, maar het is er eigenlijk altijd. Na mijn verjaardag (niks gehoord) en nog enkele berichtjes van mijn kant naar mijn familie (onder andere met de data waarop ik in Korea ben), die door niemand meer beantwoord werden, voelde ik het weer extra scherp.
Vorige week zag ik dat, na mijn moeder afgelopen zomer, ook mijn 2e zus de familiegroepschat verlaten had. De kudde olifanten die daarmee op mijn borst leek te gaan staan, verlamde me en maakte me murw voor een paar dagen. Maar het zette me ook aan nog een ultiem berichtje te sturen naar de vrouw van mijn broer. Ze begreep mijn positie en gevoelens altijd heel goed, dus ik durfde haar wel te vragen of ze eventueel wilde verhelderen wat er speelt en waarom niemand nog antwoordt. Maar ook langs haar kant blijft het stil.
Op de meest lastige momenten voelt het alsof iemand op hetzelfde moment met een mes in mijn hart en in mijn buik ronddraait. En op andere momenten voelt het alsof er een soort van aanvaarding komt, aanvaarding van de situatie zoals ze is, hoe pijnlijk en moeilijk ook.
Die 2 uitersten laten zich afwisselend, samen, in, om, rond en tussen elkaar voelen.

Een kado zal onze reis samen zijn. We gaan samen lachen, huilen, dronken worden, wandelen (voor zij die dat willen),…
En 1 van ons gaat verder zoeken. Als er 1 ding is dat ik wens tijdens ons verblijf daar, dan is het wel dat ze zal vinden.
We hebben elk ons eigen verhaal dat ruimte vraagt, elk onze eigen kwetsbaarheden en gevoeligheden om mee rekening te houden, dat zal niet altijd evident zijn.
Maar ik weet, er is niemand die beter zal kunnen begrijpen hoe ik me voel. En het is een rijkdom om maar liefst 4 van deze mensen rond mij te hebben de komende weken.