42. Dag omma (2)

Dag omma,

Ik ben alweer weg.
Na elke reis komt ook elke keer weer dàt moment, het moment waarop ik me onherroepelijk los moet trekken van jou en al het andere wat zo hard aan me trekt, om dan 13,5u te vliegen en terug te gaan naar wie in België ook hard aan mij trekt. Dat moment waarvoor jij zo bang was en dat je twee keer zo vreselijk en eigenlijk ondragelijk vond, zo zei je me eens, het moment dat ik weer moet gaan.
Die op en neer gaande beweging tussen 2 werelden maakt vaak wankel, het is moeilijk om dan je ‘grond’ te vinden. Al heeft er voor mij veel winst gelegen in het besef dat die beweging onstopbaar is, daardoor kan ik me er beter aan over geven.

Deze reis voelde ik weinig nood en ruimte om te schrijven, tot nu, omdat ik graag nog even blijf hangen in het gevoel, in de bubbel, omdat ik mezelf nog graag een uurtje de illusie gun dat ik het kan vasthouden voordat het echt door mijn vingers glipt en ik hier weer helemaal probeer te landen en terug te komen.

Ik reisde deze keer weer met vriendinnen, omma, omdat het me vorige keer zo goed was af gegaan. We zagen elkaar op Schiphol, nog geen twee weken geleden, voor de afreis. Miek ken ik goed, degene die al in Korea was, was me ook vertrouwd. De andere 2 kende ik veel minder maar voelden goed, het idee om samen te reizen, groeide natuurlijk. Al heb ik ook deze keer weer over mezelf geleerd dat het me wat tijd kost om vertrouwdheid en geborgenheid te kunnen ervaren, ik kon me er pas naar het einde toe bij iedereen aan overgeven en in wentelen.

We hebben gegeten, heerlijk gegeten, nachten opgebleven zonder echt moe te worden, gedronken en gezongen. We deden de dagdagelijkse dingen die we ook gedaan zouden hebben als we waren gebleven en die daarom speciaal en bijzonder voelen, zoals naar de kapper gaan, gimbap en soep eten als ontbijt, picknicken aan de Han rivier by night, passende brillen kopen, dwalen door de straten, snel snel lopen om de metro te nemen, veel bbq eten om daarna nog meer te eten, thee drinken in Insadong, Chuseok meemaken, honey butter chips eten, teveel foto’s en filmpjes maken, uitgaan in Hongdae, shoppen in Myeongdong, sokken kopen in de underground, hiken op een feestdag, bingsu eten, ontroerd worden door het volkslied en de massa tijdens een baseballwedstrijd, weer eten, me vergapen aan de naakte Koreaanse vrouwenlichamen in een badhuis, me er bijna tot bloedens toe laten scrubben en dan helemaal voldaan in slaap vallen op een matje tussen de snurkende Koreanen. We huilden ook, hoewel niet zo erg als vorige keer, omdat verdriet en pijn nu eenmaal ook altijd meereizen.
Ik ben naar de adoptiedienst geweest om mijn dossier te bekijken. Ik zag er de brieven die jij en appa 10 jaar geleden naar mij schreven. Ik ontdekte dat sommige passages waren doorstreept door de dienst of werden doorgehaald en herschreven. Appa schreef dat je hem vertelde dat je in 1992 terug kwam om mij uit, wat jij blijkbaar dacht, pleegzorg terug te vragen. Ook de adoptiedienst zelf heeft dit zo genoteerd. Dacht je echt dat ik nog daar was? Dat je mij kon terug halen? Ik wil niet denken aan hoe dit voor jou moet zijn geweest, te horen dat ik voor altijd weg was. De passage over pleegzorg werd destijds alleszins (on)zorgvuldig onvertaald gelaten door de adoptiedienst…

Op mijn Korea to do en to buy lijstje staan de eerste dingen alweer opgelijst voor volgende keer.
Lieve Joan, Miek, Piep en Suus, dank je voor alle mooie momenten en ervaringen die we samen beleefden, voor het bijzondere bad van gelijkgestemdheid, de geborgenheid en het gevoel dat voor mij het meest in de buurt komt van ‘belonging’ (dank je ook om dingen niet te laten klappen 😉).

Omma, je voelt op dit moment verder weg dan ooit. Enerzijds denk ik soms dat ik me daar beter bij kan neerleggen, maar een kind blijft altijd hopen dus zelfs als ik zou willen, ik zou het niet kunnen.
Op de luchthaven overviel het me, het zou kunnen dat ik jou nooit meer zie.
Ik denk dat ik volgende keer wel naar Busan kom, tot dan?

Je dochter

41. Dag omma

Dag omma,
Ik ben er weer, zittend op een rots aan het wachten op Miek in Bukhansan. Ik moest al snel afhaken tijdens onze hike en observeer onafgebroken de mensen die hier voorbij klauteren. Ik zie ook veel kinderen,  met hun ouders. Ik kan het niet helpen dat mijn gedachten als vanzelf afdwalen naar ons, in zoverre ze dat de afgelopen week eigenlijk al niet constant deden. Als ik hier was gebleven, sprong ik nu vast ook deze berg op in een fluo broek en dito jasje, in plaats van op te moeten geven na een uur dat er eigenlijk al te veel aan was voor mijn conditie. Had je dan ook met een waaier onder mijn t shirt gewapperd, drinken in mijn mond gegoten en me aangemaand snel snel door te lopen?


Het lijkt alweer veel langer dan anderhalf jaar geleden dat ik je nog zag en we afspraken dat ik bij jullie zou logeren vorig jaar oktober. Ik weet nog steeds niet wat er gebeurd is, maar dat logeren is er niet van gekomen, ook dit jaar niet. Niemand gehoord, niemand gezien. Ik denk aan de mensen die (nog) niet vonden. Hoe kan je dat ooit echt (ver)dragen?
Ik geniet van elke seconde hier, van het eten, geuren (ok, niet élke seconde van élke geur), kleuren en het gezelschap. Deze bubbel, dit snapshot is het hoogsthaalbare van alle verlangen dat er soms overweldigend is. Het is een kado uit noodzaak dat ik mezelf heel graag gun. Mijn lichaam heeft veel minder nood aan eten, doet minder pijn, voelt zich rustig.
Ik ga niet beweren dat ik ook elke seconde aan jou denk, maar wel vaak. Ik zie je in een vriendelijke lach, een behulpzaam gebaar, onder een zonneklep en in lekker eten. En elke keer geeft het steken in mijn hart.
Het was hier Chuseok, het had bijzonder en uniek geweest om dat samen te kunnen vieren, maar ik kom er graag nog eens voor terug, als jij dat ook wil.


Ik ga mijn hart nog ophalen hier, alles in me opnemen en met me meenemen wat ik kan, mezelf en mijn lijf zo goed mogelijk opladen.
Ik heb behoefte om de volgende reis al te boeken, dat zal me helpen om hier weer weg te gaan
En ondertussen vraag ik me op mijn 39e en 10 jaar na ons eerste contact opnieuw af: denk je ook nog (vaak) aan mij?