45. Belonging

Dag 3

Vandaag ga ik naar Gangnam. Ik kreeg het adres van een winkel die doboks en andere taekwondospullen verkoopt. Als ik de metro uitstap, daagt het me weer dat Gangnam serieuze hoogteverschillen kent, maar ik vind de winkel vlot en hoop dat N en I blij zullen zijn met wat ik er kocht.
Ik wandel half Gangnam door en houd halt bij de Bongeunsa tempel, een rustpunt midden in de stad. Ik mijmer even weg.

Regelmatig ga ik heen en weer tussen me ‘één van hen’ wanen en me een buitenstaander voelen, een beweging die ik maar al te goed ken. Zo vraagt een vrouw of ik het niet koud heb, een vraag die ik wonder boven wonder versta en kan beantwoorden. Maar als ze me nog iets vraagt, val ik alsnog door de mand. En later, wachtend op de metro voel ik me de oppertoerist, met mijn korte mouwen en kleren die niet grijs, wit, zwart of beige zijn. Ook mijn tempo is onkoreaans traag, vooral bergop/trap op. Who am I kidding? Hetzelfde denk ik als ik ’s middags een massage neem en vraag om die ‘a little soft’ te doen, de vrouw lacht en kijkt wat meewarig. Als ik erna nog even thee drink, stelt ze haar vragen: waar kom ik vandaan, waarom spreek ik geen Koreaans (dingen die menig geadopteerde zich inderdaad ook afvraagt), ken ik mijn ouders? Ik laat foto’s zien en vertel een beetje, ze is er stil van. Wie weet heeft ze daar haar eigen redenen voor. In dit land waar 250 000 kinderen (and still counting) uit vertrokken voor adoptie zijn veelvouden daarvan, onze families van herkomst, geraakt door de impact van afstand en adoptie, soms openlijk maar veel vaker in eenzaamheid en verborgen voor de buitenwereld. Voor elke adoptie geldt immers dat er moeders, vaders, gezinnen, families,…  een kind verliezen. Dat Korea ondertussen het laagste geboortecijfer ter wereld heeft, is meer dan ironisch. Ik beloof de vrouw dat ik in oktober terugkom, wellicht met nog enkele van de 30 anderen die er dan ook zullen zijn.

Ondertussen vind ik wel vlot mijn weg (behalve in mijn appartementsgebouw, daar verdwaal ik nog steeds). Wie mij kent, beseft de grootsheid van deze prestatie, en lees wellicht beter Koreaans dan de gemiddelde toerist. Ook vindt mijn lijf, zoals altijd als ik hier ben, rust tussen de lichamen waar het op lijkt. Mijn chronische lichamelijke pijntjes verdwijnen, mijn hongergevoel is gering en snel voldaan en ik voel me alsof ik geen slaap nodig heb. Ik houd van de properheid en het georganiseerde in dit land, van het feit dat je je handtas een uur kan laten staan in een vol stadion tijdens een baseballwedstrijd zonder bang te moeten zijn dat je portemonnee of telefoon gestolen worden, van de ober die je achterna loopt als je fooi geeft omdat hij denkt dat je je geld vergeten bent, van de forever young genen, van de mogelijkheid om te barbecueën op houtskool op elke hoek van de straat, van soju, van het opgaan in de massa, … van de tijdelijke illusie erbij te horen.


Dag 4

Vandaag ga ik naar Suwon, een stadje buiten Seoul. Er is daar een nieuwe Starfield Library, en ondanks dat ik die in de Coex mall vond tegenvallen in het echt, steekt deze nieuwe bibliotheek op sociale media mijn ogen uit. Ik wil hem zien. Heel oldschool raadpleeg ik de Lonely planet om nog wat andere bezienswaardigheden op te zoeken.
In de categorie ongevraagd advies: als je iemand vraagt een foto van je te nemen, kies daar voor alle veiligheid dan een veertigplusser voor uit. Ik maak de vergissing om het aan een twenty something te vragen en het duurt tien minuten voor zij (!) vindt dat het een goede foto is, na alle hoeken, standen en filters te hebben uitgeprobeerd.
Als ik later door de straten van Suwon loop, schieten er voor het eerst deze trip 3 tranen in mijn ogen, vanuit het schijnbare niets. Terwijl, ogenblikken later betrap ik me erop dat ik er ietwat idioot moet uitzien, met die grote glimlach rond mijn lippen. Ik gebruik geen stappenteller, maar ik maak een uitgebreide wandeling. Zien, horen, ruiken, proeven,… zijn. 

’s Avonds ga ik met J en M naar een drone- en lichtshow. Kijkend naar dat indrukwekkend spektakel aan de Han, zittend tussen al die mensen die op mij lijken (dat blijft bijzonder), slik ik voor de 2e keer vandaag een krop in mijn keel weg.

Dit land van de morning calm, ik hoor hier (niet meer).

p.s. Het is hier nog altijd (heel) warm.

44. Landen

Wat ga je doen?’ vroegen veel mensen voor vertrek. Het antwoord: ‘Niks’, en tegelijkertijd heel veel. ‘Niets speciaals’,  en tegelijkertijd is zowat alles bijzonder.
10 dagen weg, ‘even’ naar Korea (want kinderen, man, werk,… en in oktober nog eens). Het kost veel, financieel maar ook praktisch, tijdsgewijs en emotioneel. Toch voelt het bijna als noodzaak, om op te laden dichtbij de bron, herkenning zoeken in wat ook onbekend is.

Dag 1
Ik board als laatste en bekijk wie er allemaal instapt. Naast Koreanen (de taal horen alleen al verwarmt mijn hart) voornamelijk witte mensen, jonge mensen (hele klassen vol), surfend op de hallyu. Een ietwat bizarre en onbestemde gewaarwording om hen beter Koreaans te horen spreken dan ik zelf ooit zal kunnen.
Op Incheon word ik naar de Korean citizen kant gestuurd, een opleving en steek door mijn hart op hetzelfde moment.

Eenmaal in Seoul laat ik de ambitieuze planning die ik heb snel varen. Ik sukkel om de metro te nemen naar de kapper waar ik graag naartoe wil en ik word afgesnauwd en uitgelachen, wat ik hier nog nooit meegemaakt heb, als ik hulp vraag. Als ik na 2 uur aankom bij de betreffende kapper blijkt dat hij geen plek meer heeft. Mijn idee om nog naar Insadong te gaan, heb ik dan al laten varen en ik neem de taxi naar de  Airbnb waar ik ondertussen binnen kan. Na een snelle douche kan ik weer en vertrek ik naar Myeongdong. Slaapgebrek stimuleert blijkbaar koopgedrag want ik kom terug op het appartement met bijna alles van mijn lijstje en meer. Daar kan ik na 34 uur wakker te zijn geweest dan voldaan in slaap vallen.

Dag 2
Vandaag ga ik eerst naar Insadong want ik wil een op maat gemaakte jas bestellen, die moet dan wel klaar zijn voordat ik weer vertrek. Ik ga naar ‘ons’ adresje waar traditionele  Koreaanse kleren in een modernere versie worden verkocht. Sinds de ontdekking van dit winkeltje in oktober deed ik, en anderen, zijn jaaromzet ongetwijfeld gevoelig stijgen. Als de verkoper hoort dat we in oktober met niet minder dan 30 geadopteerde vrouwen naar Seoul komen, nodigt hij mij en iedereen die er bij zal zijn spontaan uit om te gaan eten met hem want ‘hij is rijk’, ook Johan en de kinderen zijn welkom.
Een kapper die zonder afspraak werkt, is ook vandaag moeilijk te vinden maar uiteindelijk geniet ik van alles wat een Koreaanse kappersbeurt zoveel beter maakt dan een Belgische: de stoel wordt een ligbed waarop ik onder een dekentje de was- en behandelbeurten onderga en ik krijg na afloop een hoofd-, nek- en rugmassage. En niet onbelangrijk, mijn haar wordt hier gewoon beter geknipt dan in België.

J en M zijn ondertussen aangekomen in Seoul, we gaan samen eten. ‘Ik wil soju’ stuur ik naar J. Want in mijn eentje, op restaurant, zo een flesje leegdrinken, is me dan weer net te Koreaans (en ja, Vlamingen gebruiken ‘op’, waar Nederlanders dat niet doen: op de trein, op restaurant,… wat niet wil zeggen dat we op het dak zitten).

Ik ben er weer, rustig alleen in mijn Airbnb deze keer. Dat bevalt me zeer, meer dan ik vooraf had kunnen bedenken: doen en laten wat ik wil, wanneer, hoe snel,… Ik heb het  goed zo, met mezelf in mijn eigen bubbel, ik heb zelfs nog maar 1x de foute metro genomen. Af kunnen spreken om samen te eten met mensen die ik ken, is ook fijn en een goede combinatie voor nu.

En mijn ouders? Die ga ik niet zien, ook deze keer niet, maar ze zijn er eigenlijk altijd bij en ik neem hen overal met me mee.

p.s. het is warm hier

43. Nog een week

Nog een week, dan mag ik weer, voor de 5e keer al/pas, afhankelijk van hoe je het bekijkt. En deze keer ga ik alleen (al lijkt dat door de Nederlandse meivakantie ook relatief te worden).
Een bewuste keuze waar ik aan toe ben. Ik kijk ernaar uit om in mijn eentje rond te slenteren en misschien net dat tikkeltje intenser te ruiken, voelen, proeven,… van wat er in dat moment is voor mij.

Die 1e keer ging ik natuurlijk ook alleen. Dat lijkt al ver weg, maar het slechts 3 jaar geleden dat ik daar rond deze tijd 2 weken bij mijn ouders in quarantaine logeerde.

Dat ik mijn familie nu zou zien, lijkt verder weg dan ooit. Ik heb hen laten weten dat ik in april en oktober in Korea zal zijn dit jaar, maar ik heb uiteraard geen reactie gekregen. Ik merk dat ik terughoudend ben om die berichtjes te sturen. Ik bang ben dat ze me zullen blokkeren. Dat, en het gevoel dat het me zou geven, wil ik echt vermijden.
Het geeft ergens ook een vreemde rust om te weten dat het zeker niet voor deze keer zal zijn, dan kan ik me focussen op mezelf en de omgeving, al zal ik ergens altijd wel bezig zijn met hen. Het pijnlijke gevoel is nooit écht weg en soms zelfs hevig voelbaar.

Als ik de weg vind (letterlijk) van de luchthaven naar de Airbnb kan wie dat wil volgende week weer 10 dagen meelezen 🙂

(Je kan je aanmelden zodat je elke keer een mail krijgt bij een nieuwe post.)