60. Tot zover, voor nu

1 mei
Volgende week zijn er 2 feestdagen. Ik trek mijn stoute schoenen aan en vraag mijn moeder zelf of ze maandag wil eten met ons. Ze antwoordt onmiddellijk dat ze dat graag wil. Ik laat weten dat we overdag kunnen afspreken en iets kunnen meepikken van de vele activiteiten die georganiseerd worden voor Buddha’s verjaardag en Children’s day. Dan vraagt ze plots of we zondag kunnen in plaats van maandag. Dat kan, maar niet overdag omdat we dan terug komen van een weekend Jeonju. Dit doet haar onze afspraak afzeggen omdat ze denkt dat we dan te moe zullen zijn. Op mijn bedenking dat het voor ons maandag wel kan doorgaan, hoor ik niks meer tot zondagavond. Ze komt naar ons. Ze kan niet ver stappen, maar wil ons appartement zien en samen lunchen.
Waarom die duidelijkheid een week moest wachten? Geen idee. Ik stond echt een paar keer op het punt te communiceren dat ik het niet meer begrijp. Afspreken, afzeggen en dan niks meer laten weten (net zoals mijn broer). We hebben nog 3 weken. Kunnen we gewoon even duidelijk zijn? Gelukkig heb ik niks gestuurd, maar het is moeilijk balanceren tussen volgen, invoegen, overaanpassen en over grenzen laten gaan.

5 en 6 mei
Vandaag komt mijn moeder op bezoek voor Children’s day. Ik zou haar ophalen van het metrostation om 13u maar ik krijg al om 12.15 bericht dat ze aan het wachten is. Eénmaal buiten merk ik dat mijn e-sim verlopen is en dat ik geen internet meer hebt. Lastig om concreet af te spreken en nog lastiger om niks te kunnen zeggen of vragen. Zonder die vertaalapp zijn we verloren. Ik denk dat ze zegt dat ze mijn Koreaans goed vindt. Maar daar ben ik dus niet zeker van, want dat is absoluut niet het geval. Ze lijkt blij om mij te zien. Ik krijg de meest spontane van alle knuffels tot nu toe, rugklopjes en poepkletsjes terwijl we wandelen.
In het appartement loopt ze voortvarend alle ruimtes door en checkt ze de inhoud van alle kasten. Ze knikt goedkeurend en lijkt gerustgesteld.
We halen mijn vader op en gaan samen eten. We lopen arm in arm, ze zoekt mijn hand en geeft er kneepjes in. Ze zegt dat ze het frustrerend vindt dat we niet met elkaar kunnen praten. Dat kan ik alleen maar beamen en ik stel voor dat ze Engels leert… Het samen eten is fijn. Het lijkt alsof mijn moeder wel blij is en de sfeer is relatief ontspannen. Net als mijn zussen vreten mijn ouders zoveel dat het Johan de bedenking ontlokt dat hij op een dag nog niet zou op krijgen wat zij tijdens 1 maaltijd binnen werken.
Mijn moeder laat terloops vallen dat ze volgende week niet mee komt eten met de rest van de familie omdat we elkaar vandaag gezien hebben.  Er schiet gelijk iets van paniek door mijn lijf. Alles is goed voor dit moment, maar alles blijft ook heel broos. Ik zeg dat ik dat jammer vind en vraag of we elkaar dan nog zien voor we vertrekken. Wat later zegt ze dat ze toch zal komen.
De dag erna krijg ik ’s morgens vroeg een berichtje van haar. Het duurt een paar uur voor ik kan ontcijferen wat ze bedoelt. Ze vraagt om 14u naar een metrostation te komen want ze heeft brood gekocht voor de kinderen.
Ondertussen zijn er 2 vriendinnen bij ons aangekomen die mee gaan. Uiteraard laat ik haar dat op voorhand weten. Ze geeft het brood aan de kinderen en snelt dan weg. Ik ga er nog steeds wel van uit dat we haar nog zullen zien, maar weet ik eigenlijk veel.

13 mei
We eten ‘s avonds met mijn familie. De zoon van mijn oudste zus is er ook bij. Mijn zussen willen weten wanneer we terugkomen. Ze willen meer tijd spenderen samen… daar denk ik natuurlijk vanalles bij. Die kans hadden ze de afgelopen maanden en hebben ze voor mijn gevoel nog altijd maar voor een klein deel gegrepen. Het is onduidelijk wanneer we kunnen terugkomen met de kinderen. Volgend voorjaar ga ik met vriendinnen, maar dat is niet om hen te bezoeken, en over 2 jaar klinkt wel tergend lang.
We lachen ook met elkaar. Volgens mijn zussen zegt men in Korea dat eten 0 calorieën bevat als je ervan geniet. We eten bossam als hoofdmaaltijd en eten daarna een emmer ijs als dessert (zij, niet ik). Nadien zakken we nog af voor pizza en pasta… De vraag is niet of we nog pizza willen, maar welke .
Ilja krijgt een woedeaanval, schopt zelfs tegen de zetel in het restaurant.  Ook de rest van de dagen merken we dat ons komend vertrek de nodige impact heeft. ‘Ik ben het hier net zo gewend’, verwoordt hij het.
We nemen goed afscheid. Het is moeilijk te bevatten dat dit het was. Ik huil, uiteraard, maar pas als ze weg zijn en ik kalmeer ook relatief snel.
Mijn oudste zus excuseert zich omdat ze zo weinig tijd heeft gemaakt. Volgende keer zal ze dat wel doen. Het staat me bij dat ze dat 3 jaar geleden ook zei.
Mijn broer heb ik niet gezien, nadat hij ons eerder liet weten dat we toch beter niet naar hem konden komen. Hij was nochtans in (de buurt van ) Busan afgelopen weekend. Weliswaar voor zijn werk. Maar hij had geen tijd. Of geen zin. Feit is dat hij volgens mijn Belgisch brein eigenlijk niet de moeite heeft gedaan, want er waren echt wel mogelijkheden.

16 mei
We zien mijn moeder nog eens. Ze wil zalf geven voor mijn droge handen. We spreken af om 14u maar zoals altijd is ze (meer dan) een half uur te vroeg. Ook mijn vader is erbij. Tijdens het eten, knikt ze bij elke hap die we nemen. Ik neem goed afscheid van haar. Mijn vader kan niet vertrekken. Hij blijft de kinderen vasthouden en aankijken met zijn waterige ogen. Ik ben ook verdrietig maar er blijkt ook iets vervuld want ik kan me redelijk rustig blijven voelen.

’s Avonds hebben Johan en ik het erover, dat het ook een valkuil is om nu snel terug te komen om hen te zien want het kan zomaar zijn dat ze dan bijvoorbeeld geen tijd hebben of ons niet willen ontmoeten. We zullen hopelijk iets kunnen afleiden uit het contact dat we al dan niet kunnen onderhouden als we terug in België zijn. Het is ook de eerste keer eigenlijk dat ik uit Korea vertrek zonder goed te weten wanneer ik, zeker met het gezin, terug kan komen om hen te zien.

Ik zag mijn moeder 6 keer op iets meer dan een maand tijd. Voor Koreaanse (en wellicht ook Belgische 😊 ) begrippen is dat enorm veel. En het is 6 keer meer dan ik 4 maanden geleden voor mogelijk had gehouden. Ik heb er van genoten, ik heb me er aan opgeladen.
(Fijne) momenten met je familie geven iets, veel. En dat betekent tegelijkertijd dat je veel achterlaat. Ik kon niet vragen om meer en toch voelt het ook als (te) weinig. Rond élk moment samen hangt een rouwrand. Daar hebben we het voor altijd mee te doen, ook mijn familie.
En wat ga ik het missen. Gewoon een berichtje kunnen sturen met de vraag om elkaar te zien, en dat ze antwoorden, zoals bij zoveel andere mensen, zoals het hoort.


Een reactie

  • Soo Jin

    Fijn te lezen dat jullie tegen alle verwachtingen in toch 6 keer je familie hebt kunnen zien en er tijd mee hebt kunnen spenderen… Ondanks alle rare kronkels en bochten die jullie ervoor hebben moeten nemen…
    Geniet nog van die allerlaatste dagen…

    Dikke knuffels… xxx

Laat een antwoord achter aan Soo Jin Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *