23. Afgewezen: the sequel

Ik weet het ondertussen al een paar weken, na mijn moeder haakten ook mijn zussen af voor een ontmoeting als we in Korea zijn. De pijn en het verdriet waren zo groot dat ik me er niet eerder toe kon brengen om dit te posten:

Mijn maag ligt overhoop, ik voel me misselijk, er lijkt vaak een olifant op mijn borst te staan, mijn lijf doet zeer en ik kan en wil vooral huilen, verdoven, niet voelen,… Als ik eerlijk ben, heb ik de afgelopen week minder constructieve coping mechanismen gehanteerd 🙂
Voor het eerst sinds lang bedenk ik me dat ik beter zat in de mist (‘the fog’ is de naam die geadopteerden gebruiken voor de periode dat ze nog hun gedissocieerde, witte, aangepaste en ongeadopteerd voelende zelf waren): minder pijn, minder complexiteit en, hoewel niet echt, doorgaans redelijk ok voor mij.

Ik wil het uitschreeuwen: waarom? Waarom willen ze mij niet (zien)? En wat het meest pijn doet: willen ze mijn kinderen dan niet (zien)?
Mijn moeder heeft me in niet mis te verstane bewoordingen laten weten dat ze ons niet wil zien als we komen. Mijn zussen en broer gaven te kennen dat zij ons wel graag zouden ontmoeten, maar ondertussen hebben mijn zussen ook afgehaakt. Iets met Koreaanse familieloyaliteit? Ik heb eigenlijk geen idee wat er anders zou kunnen spelen bij deze vrouwen die ruim de 40 gepasseerd zijn en die vorig jaar zo zorgend en liefdevol voor mij waren. Ik heb verschillende keren de film afgespeeld van onze 1e ontmoeting, de weken samen in quarantaine, de vervulling voor ons allemaal,… nu exact een jaar geleden. In plaats van dat we samen herinneringen ophalen zijn er enkel stilte, gekwetstheid en boosheid.
Mijn moeder zegt dat er teveel covid is, dat ze bang is voor hartproblemen en om neer te vallen als ze ons zal zien,…
En nee, ze zullen niet meer van gedachte veranderen, dat geloof ik echt niet.

Secondary rejection in reunions… woorden die ik jammer genoeg maar al te vaak heb zien passeren bij anderen, die ik het afgelopen jaar misschien ook wel wat voor me heb uitgeschoven maar waar ik nu nog maar moeilijk aan kan ontkomen.
Mijn grootste knoop op dit moment is dat ik nog geen manier heb kunnen bedenken om aan de kinderen uit te leggen dat ze enkel mijn broer zullen zien.
Er deden zich een aantal momenten voor, bijvoorbeeld toen Nia naarstig oefende om: ‘Oma, mag ik water alstublieft?’ en ‘Aangename kennismaking, tante’ te zeggen in het Koreaans. Mijn keel vulde zich met tranen en de woorden bleven steken in mijn keel.
Mijn schoonzus, niet toevallig zij, stuurde een berichtje waarvan ik zo mogelijk nog harder moest huilen dan van die van mijn moeder en zussen: ‘How are you, I am worried that your heart is sick.’
Want ja, ziek was (en is het eigenlijk nog steeds) dat hart van mij, een extra gaatje erin.

Ondertussen heb ik wel terug zin om te gaan en hebben we ook knopen doorgehakt over de plaatsen die we willen bezoeken. Na veel twijfelen en een stevige duw van Johan hebben we ook Busan mee op het lijstje gezet, omdat je het onvermijdelijke toch niet kan vermijden, en omdat een kind altijd hoopt…

22. GEBOEKT!!!!

Geboekt! We hebben geboekt, voor heel ons gezin! Eindelijk…

Een week geleden ging het nieuws onder geadopteerde Koreanen rond als een lopend vuurtje: vanaf 1 april wordt de verplichte quarantaine in Korea afgeschaft voor wie in het buitenland gevaccineerd is. Ik stuiterde de hele dag rond als een gek, kon niet meer nadenken en wilde gewoon boeken en eigenlijk nog liever gisteren dan vandaag vertrekken.
Na maanden wachten (en smachten), kwam dit nieuws toch ‘onverwacht’, ik had niet gedacht dat de quarantaineperiode ‘nu al’ afgeschaft zou worden. Het grote nadeel is dat het enkel geldt voor gevaccineerden, dus wat de kinderen betrof, stonden we de afgelopen dagen voor een dilemma. Maar het verlangen om te gaan, om mijn kinderen (hopelijk) voor te stellen aan mijn familie, was overheersend en leidend. De vaccinatieafspraken zijn gemaakt en een week voor we vertrekken, zou alles rond moeten geraken. Het gaat ervan komen! Mijn gezin gaat mijn familie ontmoeten (of dat dacht ik toen nog)!!
Het voelt dubbel, ook verdrietig en opstandig om zo blij te moeten zijn met iets wat eigenlijk volstrekt normaal zou moeten zijn, namelijk je familie en je land van herkomst bezoeken.
In plaats daarvan stel ik me ondertussen ook aan de lopende band vragen: hoe gaan de kinderen het vinden, zullen ze iets van het eten lusten, hoe gaat het voor mij zijn om ook mijn moederrol te moeten vervullen daar waar ik mijn plek als dochter nog aan het zoeken ben, wat gaan we doen en hoe, krijgen we de praktische dingen wel geregeld, …en vooral: zal mijn moeder ons/mij willen zien?

Het is bijna een jaar geleden dat ik voor de 1e keer terug ging naar Korea.
Zoveel plannen werden sindsdien gemaakt en evenveel werden er terug opgeborgen, niet afgelopen zomer, niet in september, niet in november, niet met kerstmis en niet in maart ging ik terug…
Ik zou graag zeggen dat het louter door de quarantaineperiode kwam, maar dat is niet zo. Er was een moment waarop geadopteerden die hun ouders hadden teruggevonden een uitzondering konden krijgen van quarantaine mits een document dat 1 van de ouders moest opsturen. Maar omdat mijn moeder zich omwille van haar eigen pijn en schuldgevoel had teruggetrokken uit ons contact wilde/kon ze me dit document ook niet bezorgen.

Dus of we elkaar daadwerkelijk zullen ontmoeten? Dat is een groot vraagteken en momenteel is het antwoord dus nee.
Ik heb nog niemand van mijn familie durven vertellen dat we effectief geboekt hebben. Toen ik de afgelopen week voorzichtig polste bij mijn broer naar de reactie van mijn moeder op onze eventuele komst zei hij dat hij niet wist hoe ze zou reageren, dat hij ernaar gevraagd had maar geen antwoord kreeg. Ik daarentegen ontving wel 3 berichtjes van mijn moeder, om te zeggen waarom ze het geen goed idee vindt en niet wil dat we komen.
Ik hoop dat het anders zal worden als we effectief daar zijn, dat ze op zijn minst mijn kinderen kan zien, ik breek als ik denk aan het idee dat dat misschien niet zo zal zijn en ik hen dit zal moeten uitleggen, daar weet ik geen manier voor.

Toch kan ik amper wachten, tel ik nu al de dagen af voordat ik terug zal zijn waar ik (ook) thuis hoor, op mijn plek.

21. She remembered who she was and the game changed


2021 is bijna voorbij. De neiging om terug te blikken op wat gebeurde in het jaar dat voorbij is, was mij tot nu toe vreemd.
Een hekel heb ik, toen ik opgroeide, altijd gehad aan de geforceerdheid en oppervlakkigheid van iets dat eigenlijk nooit leuk of gezellig was, hoeveel lichtjes, kerstballen- en bomen er ook werden aangesleept.
Toen mijn adoptieouders overleden op respectievelijk 17 december en 1 januari werd er nog een verzwarend randje toegevoegd aan deze voor mij toch al zo nutteloze dagen.
De donkere, koude dagen met verplichte familieaangelegenheden hebben mij ook als volwassene eigenlijk nooit kunnen bekoren. Voor de kinderen heb ik me een paar jaar geleden over mijn weerstand voor kerstbomen gezet (alles in het belang van het kind, nietwaar), ze zijn er dol op, dat ‘trauma’ heb ik alleszins niet doorgegeven, helaas… 🙂

Bij 2021 wil ik stil staan omdat het zo een levensveranderend jaar was voor mij…

Een jaar geleden at ik voor het eerst bewust Koreaans, als noodzakelijke troost tijdens een periode waarin ik zwaar kopje onder ging aan de stormvloed die me sinds het najaar van 2020 overspoelde. Geen kant kon ik op en bij momenten zag ik geen uitweg meer, ik kon enkel ondergaan en hopen dat de pijn over zou gaan. Het enige wat op dat moment een beetje hielp was het idee om naar Korea te gaan, ondanks corona, het Belgisch uitreisverbod en de strenge quarantainemaatregelen in Korea was er eigenlijk geen andere optie voor mij dan te vertrekken.
3 enorm intense weken heb ik daar beleefd, ik kon me dochter voelen van mijn moeder. Het heeft me veel gebracht, veel in beweging gezet: ik stopte met mijn werk, ging voor die eigen praktijk, startte de opleiding tot adoptiecoach bij AFC (Adoptee & foster care) en vatte nog een specialisatiejaar rond trauma aan om mijn kennis en vaardigheden hierrond te vergroten.

Ik gebruikte mijn pen om te proberen de focus binnen interlandelijke adoptie te verleggen naar daar waar ze volgens mij hoort te liggen: de impact van afgestaan en geadopteerd worden (zowel op geadopteerden als gezinnen van oorsprong), de rechten van geadopteerden en gezinnen van oorsprong, compensatie voor fraude en wantoestanden, nood aan (na)zorg voor geadopteerden en het uitdenken van andere structurele oplossingen voor gezinnen dan het definitief scheiden van ouders en kinderen.
O.a. de opinies over interlandelijke adoptie die ik schreef voor Knack en de veelbeluisterde podcast van Doorbraak zorgden ervoor dat ik veel geadopteerden mocht leren kennen. En dat velen mij leerden kennen. Ik krijg nog steeds berichtjes van geadopteerden die me laten weten dat mijn opiniestuk van april voor hen veel betekend en in gang gezet heeft. Hoewel het gepubliceerd werd toen ik op mijn kwetsbaarst was (tijdens mijn verblijf in Korea) en ik volledig open lag voor de (bagger)reacties die ik toen kreeg, is dat toch wel een essentiële reden waarom ik me uitspreek, omdat medegeadopteerden er steun in vinden. Ook beleids- en overheidsdiensten wisten me te vinden om me te consulteren rond interlandelijke adoptie.

De hierboven beschreven activiteiten in combinatie met 2 opleidingen en het uitbouwen van een eigen praktijk maakten de afgelopen maanden redelijk heftig en hectisch. En erg aanwezig was ik niet in mijn moederrol. Toch kan ik met stelligheid zeggen dat ik een betere mama ben dan een jaar geleden, meer afgestemd en beter in staat om te geven, meteen mijn grootste verwezenlijking van het afgelopen jaar.

Ondertussen speelde op de achtergrond altijd verdriet omdat mijn moeder zich na mijn bezoek terugtrok, mij negeerde en blokkeerde. Op mijn concrete voorstellen om nog eens naar Korea te komen, antwoordde ze afwijzend. Vorige week stuurde ze: let’s see eachother. Ik hoop dat het ervan komt, aangezien er ook nog zoiets is als corona en de quarantaineperiode van 14 dagen nog steeds geldt als je Korea binnen wil. En ook omdat haar eigen trauma voor wisselvalligheid en onvoorspelbaarheid zorgt.

Ik sluit mijn meest woelige levensjaar tot nu toe af met een warm en tevreden gevoel, dankbaar voor wat ik mocht beleven, heb mogen doen en mocht ontvangen. Maar bovenal dankbaar voor zoveel moedige, mooie en waardevolle mensen die mijn pad kruisten. Ook al, eerlijk is eerlijk, vechten we elkaar soms bijna de tent uit, een warmer bad dan dat van mede-geadopteerden heb ik nooit gevoeld.
Als ik kijk naar de toekomst zie ik nog heel veel werk liggen, zowel qua beleid rond interlandelijke adoptie als op gebied van uitbouw van nazorg. Maar ik ben voorzichtig hoopvol, dat we met vereende krachten veel kunnen verwezenlijken.

Ik voel trots op wie ik ben en wat ik toch maar mooi gedaan heb. Er zijn momenten dat ik wenste dat ik terug kon naar toen ik nog weinig of niks voelde, maar ik weet dat dat niet echt was. Het verlies van mijn 1e leven, van mijn ouders en familie, de pijn en het verdriet die daarmee gepaard gaan…die horen bij mij, zonder zou ik mezelf niet zijn en laat dat nu net zijn wat ik meer geworden ben, mezelf.

20. Waarom?!?

Waarom…

voor veel geadopteerden blijft het antwoord op die vraag beperkt tot: ‘ze konden niet voor je zorgen’ of ‘ze hielden zoveel van je dat ze je uit liefde afstonden voor een beter leven.’
Ik vraag me af hoeveel mensen op de hoogte zijn van de echte, rauwe en ervaren versie van de ouders van oorsprong. Als ze hier niet van op de hoogte zijn, zou het antwoord altijd moeten zijn: we weten het eigenlijk niet.
Maar het was en is blijkbaar geen optie, om die ongemakkelijke waarheid te vertellen.

De ouders van oorsprong in beeld brengen, met hun beleving, hun trauma en de levenslange impact van het verliezen van een kind aan adoptie op hun leven, is iets wat (nog steeds) niet gebeurt, hoewel adoptie wel bij hen begint, zij worden vaak gedwongen tot afstaan door omstandigheden.
Als je spreekt met ouders van oorsprong is het niet meer zo houdbaar en gemakkelijk om woorden als ‘positief en goed verhaal’ eenduidig in de mond te nemen omdat je dan ook de schaduw- en verlieszijde mee in rekening moet brengen.
De totale afwezigheid van ouders van oorsprong in het spreken over adoptie, in beleid en in het (politieke) debat zeggen mij dat we als samenleving gewoon niet klaar zijn om adoptie, en alles en iedereen die daarbij betrokken is, ten volle te durven aankijken. Het lijkt alsof we niet alle consequenties en neveneffecten van adoptie onder ogen willen zien.
Zelfs het meest volledige of ‘correcte’ dossier verschilt nog dag en nacht van de tragisch beleefde realiteit.

Ik heb het ‘geluk’ mijn antwoord te kennen ondertussen. Het is een antwoord dat in versimpelde en verkorte versie zo een 20 minuten duurt (zie link voor filmpje).

November is Adoption awareness month, ik maak er graag Adoptee & first family awareness month van.

In kader daarvan deel ik mijn bijdrage aan het What’s your story festival, georganiseerd door Adoptieschakel,
voor alle moeders, vaders en gezinnen die een kind verloren aan adoptie,
voor alle geadopteerden die hun moeder, vader en gezin verloren, ongeacht wat ze in ruil verkregen via en na adoptie.

Vanaf 3u18min11sec kan je mijn stukje bekijken (met het meest echte momentje helemaal in de staart 🙂 )
https://youtu.be/tVEmDjyjrP0

19. The next generation

Voor de gezamenlijke blog met medegeadopteerde An Sheela schreef ik volgend stukje, als antwoord op een brief van haar. Omdat ik merk dat het een onderwerp is dat leeft onder geadopteerden deel ik de tekst ook hier.

Dag An Sheela,

dank je voor je brief en je (herkenbare) vragen. Mijn kinderen, onze kinderen,…de volgende generatie. Het is een onderwerp dat ik de laatste maanden en weken steeds vaker tegen kom, niet enkel bij mezelf maar ook tijdens de systemische opleiding die ik volg en in de gesprekken met medegeadopteerden: zwanger (willen) worden en zwanger zijn, bevallen, hoe we omgaan met onze kinderen in elke leeftijdsfase en hoe ze ons raken in ons eigen (kinds)deel, hoe onze kinderen omgaan met hun afkomst, hoe wij omgaan met het feit dat we moeten vaststellen dat er op 30 jaar tijd nog maar bitter weinig veranderd is in de samenleving en dat onze kinderen tegen dezelfde opmerkingen en vooroordelen aanlopen als wij destijds (vandaag moest ik van mijn 4 jarige zoon horen: wij zijn Aziaten hé mama, ben ik dan lelijk?),…
Zwanger (willen) worden en kinderen krijgen, zijn voor iedereen levensveranderende gebeurtenissen die bij ons vaak extra beladen zijn. Het is geen toeval dat best wel wat geadopteerden zich voor het eerst kunnen laten raken in de verbroken verbinding met hun ouders van oorsprong wanneer ze zelf kinderen (proberen) krijgen. Het raakt (onbewust) aan onze eigen pijn en angst om verlaten te worden en het verbindt ons met het verlies dat we geleden hebben als baby/kind.

Mijn hele persoonlijk proces, de rollercoaster van het laatste jaar, is bewust begonnen via mijn jongste kind en mijn moeizaamheid om me te verbinden met hem. Nu weet ik dat ik mezelf zag/zie in hem en dat ik dankzij de spiegel die hij me voorhield mezelf beter kon zien en zijn. Het breekt mijn hart nu als ik bedenk hoeveel moeite hij hiervoor heeft moeten doen, moeite en verdriet om te krijgen wat hem als kind natuurlijk zou moeten zijn toekomen.
Het is een worsteling, de mijne, waar hij mee de prijs voor betaalt. Ik heb steeds geleerd en gelezen over intergenerationeel trauma, maar altijd gehoopt (en misschien ook wel gedacht) dat ik beter in staat zou zijn om de impact ervan bij mij te laten stoppen. Ik besef nu dat dit niet kan maar dat het wel mijn taak als moeder is om mijn verantwoordelijkheid te nemen en hier bewust mee om te gaan. Dat doe ik met vallen en opstaan, moesten er ooit verwijten komen van onze kinderen, dan hoop ik hun last te kunnen erkennen zodat zij op hun beurt hun eigen kinderen weer minder zullen belasten.
Ik zag gisteren in een opstelling bij AFC (Adoptee and Foster coaching) mezelf die niet naar haar zoon kon kijken, net zoals mijn moeder op dit moment mij niet kan/wil zien. De beweging om hem te zien, en die ik al een aantal jaar probeer te maken, doorvoelde ik gisteren weer heel duidelijk dus dat ga ik ook weer bewuster doen.
Deze ochtend waren er 2 opmerkelijke, toeval of niet, voorvalletjes: 1. Ilja vertelde over zijn droom van vannacht, waarbij hij in Korea was en niet terug naar België kon. Hij verduidelijkte hier zelf over dat hij zich net zo voelde als ik vroeger, toen ik naar België kwam en niet terug kon naar Korea. 2. Hij vroeg aan tafel of we een nieuw spelletje konden spelen, we moesten allemaal ons ogen dicht doen en op zijn teken naar iemand kijken, waarbij het duidelijk de bedoeling bleek dat wij 2 naar elkaar keken.

Toen ik naar Korea ging, werd ik de dagen voor vertrek overspoeld door exact dezelfde vraag zoals jij die stelt: wat voor moeder ben ik, als ik mijn eigenbelang zodanig voorop stel dat ik hen 3 weken ‘achter’ ga laten.
Ook al is de situatie heel anders dan bij mezelf 37 jaar geleden, ik wilde zeker niet degene zijn die op haar beurt ook nog eens haar kinderen zou beschadigen. Een goed gesprek met een adoptiecoach heeft me toen wel geholpen om de situatie op zijn minst wat helder te krijgen in mijn hoofd en toen ik in Korea was, zat ik zodanig in mijn ‘dochterrol’ dat ik er daar veel minder of geen last van had.
Ik kan me zo goed voorstellen dat je je tegenover je kinderen ‘egoïstisch’ voelt. Ik denk echter dat je dit moet doen om jezelf te geven wat jij nodig hebt om deels te kunnen helen. Dit zal je ook beter in staat stellen om je kinderen te geven wat zij van jou nodig hebben. Het maakt ook deel uit van hun leven, van hun proces, of zij/wij dit nu fijn vinden of niet. En mag ik een misschien ongemakkelijke vraag stellen, het feit dat je je slecht voelt tegenover je kinderen als je deze keuze voor jezelf maakt, over wie gaat dat slechte gevoel in essentie en over wie zegt dit het meest?
Ik probeer me niet langer te verschuilen achter de kinderen of andere mensen om bepaalde zaken te doen of juist te laten, ik wil als volwassene en als moeder zelf mijn verantwoordelijkheid leren nemen, dit alles natuurlijk volgens tempo, timing, trust 🙂 en veel mildheid voor mezelf als ik me eens vergis van schoenen of een verschillend paar aantrek…

18. Pauzeren of niet?

Het rapport van het expertenpanel interlandelijke adoptie dat vorige week uitkwam, deed en doet ontzettend veel stof opwaaien in adoptieland Vlaanderen. Er werden 20 aanbevelingen gedaan om het systeem structureel te verbeteren in het belang van kinderen en ouders van oorsprong. Om die aanbevelingen door te voeren en te implementeren wordt een adoptiepauze van 2 jaar voorgesteld. Minister Beke volgt deze aanbevelingen integraal.
De reacties hierop zijn vaak emotioneel en geformuleerd vanuit een persoonlijke geraaktheid.
Ik schreef iets voor Knack en zij waren zo vriendelijk dit te publiceren.

https://www.knack.be/nieuws/belgie/adoptiepauze-is-broodnodig-om-recht-te-trekken-wat-tientallen-jaren-systematisch-verkeerd-liep/article-note-1774799.html

BIJGEDACHTE

‘Adoptiepauze is broodnodig om recht te trekken wat tientallen jaren systematisch verkeerd liep’

  • 07/09/21 om 04:17
  • Bijgewerkt om 05:53

Renate Van Geel

‘Het is verbazingwekkend, en eigenlijk ook schrijnend, dat we hier anno 2021 nog zo over moeten debatteren en discussiëren’, schrijft Renate Van Geel. Ze reageert op het rapport van het expertenpanel interlandelijke adoptie dat Wouter Beke ertoe aanzette om een adoptiepauze van twee jaar voor te stellen.

Het rapport van het expertenpanel interlandelijke adoptie in Vlaanderen is gekend. De conclusies voor Vlaanderen strekken tot aanbevelingen om het systeem te hervormen en anders uit te bouwen. De commissie Joustra in Nederland kwam in het voorjaar met soortgelijke bevindingen. Bevoegd minister Wouter Beke neemt deze aanbevelingen ter harte en stelt voor om deze uit te werken en te implementeren tijdens een adoptiepauze van 2 jaar.

De reacties die in de pers verschenen, focusten vooral op de befaamde adoptiepauze en welke gevolgen dit voor betrokkenen zou hebben. De wenselijkheid en meerwaarde van de talrijke andere aanbevelingen die de noden en rechten van geadopteerden centraal stellen, kwamen in de betogen amper aan bod. Deze reacties wekken op zijn minst de schijn dat de eigen wens en het comfort van wensouders zwaarder doorwegen dan die van kinderen, hun gezinnen van oorsprong en geadopteerden zelf.

Ik erken de immens pijnlijke situatie waarin kandidaat-adoptieouders zich bevinden maar op een moment dat er eindelijk aandacht is voor belangen en noden van geadopteerden zou het sommige mensen kunnen sieren zich enigszins terughoudend op te stellen in plaats van aandacht te vragen voor eigen last en pijn.

In de hartverscheurende realiteit en dynamiek waarin ouders en kinderen voor altijd van elkaar gescheiden worden, is het gepast en terecht dat de aandacht en zorg in de eerste plaats gaat naar deze laatsten aangezien er niet zoiets bestaat als het recht op een kind, ook niet na jaren wachten en ook niet via adoptie, hoe pijnlijk de ervaring van ongewenste kinderloosheid ook mag voelen. Wat betreft de drie adoptiediensten in Vlaanderen, die wel degelijk, en anders dan zij nu willen laten uitschijnen, gehoord werden door het expertenpanel; zij zijn belanghebbend bij adoptie. Meer dan een miljoen van ons belastinggeld werd in 2019 besteed aan hen, en de iets meer dan twintig interlandelijke adopties die gerealiseerd werden. Dat is bijna drie keer zoveel als de 380.000 euro uit 2009 voor de ruim 240 adopties van toen. Gelukkig draait adoptie niet om geld… Bijna 45.000 euro werd overigens besteed aan het aanboren van nieuwe ‘adoptiekanalen’. De aanbeveling voor een centrale adoptiedienst vanuit de overheid lijkt me onder andere om deze reden dan ook een wenselijke zaak.

Adoptiepauze is broodnodig om recht te trekken wat tientallen jaren systematisch verkeerd liep.

Een aantal bedenkingen lijken de reacties te overheersen. Ik ga verder in op degene die al even lang meegaan dan adoptie zelf en die in mijn ogen niet meer passen in de paradigmashift die het rapport en de adoptiepauze vooropstellen.

Een eerste bedenking is dat kinderen door adoptie geholpen zouden worden en dat dit in het belang van het kind zou zijn. Ik kan me volledig scharen achter de terechte bezorgdheid van sommige politici, een aantal adoptieouders en de adoptiediensten over de omstandigheden waarin veel kinderen ter wereld moeten opgroeien. Ook in Vlaanderen bestaat trouwens schrijnende kansarmoede. Ik ben dan ook verheugd te lezen dat het expertenpanel aanbeveelt om in te zetten op structuren in de landen van herkomst. Investeren in begeleiding en ondersteuning ter plaatse, psycho-educatie, zelfbeschikkingsrecht voor vrouwen,… zijn zaken die me waardevoller lijken dan het scheiden van kinderen en ouders als structurele oplossing. Het geld dat nu naar adoptie gaat, zou hier eventueel nuttig aan besteed kunnen worden. Veel meer ‘arme wezen’ zullen daar voordeel uit halen dan het zeer beperkt aantal kinderen dat met dat geld nu haar Vlaanderen gehaald wordt.

De partijen N-VA en Open VLD verdringen zich om het op te nemen voor de kinderen in nood in de wereld. Dat siert hen. Maar laten we niet vergeten dat het slechts gaat om een twintigtal kinderen waarvoor herkomstlanden ons vragen een gezin te zoeken. En laten we eventueel hun stemgedrag in de gaten houden wanneer het gaat om het optrekken van de budgetten voor, ik zeg maar iets, ontwikkelingshulp. Wie oprecht bekommerd is om het lot van deze tientallen miljoenen wezen die ik op Twitter zag passeren, zal aanmoedigen dat er breed ingezet wordt op de situatie ter plaatse. Wat draagt het weghalen van 20 kinderen immers fundamenteel bij tot het verbeteren van de algemene levensomstandigheden? Wist u dat het merendeel van de geadopteerden helemaal geen wees is of blijkt te zijn? Dit is uiteraard een werk van zeer lange adem en zal evenmin leiden tot een perfecte wereld zonder armoede. Ook adoptie heeft trouwens vooralsnog niets verbeterd aan het reduceren van armoede in herkomstlanden.

Een vraag die zich onvermijdelijk opdringt is wat we als samenleving verstaan onder een ‘beter’ leven en ‘helpen’. Wie wordt er geholpen door ouders en kinderen te scheiden en alle banden door te knippen, wiens belang wordt hiermee gediend? In The Lancet verscheen een Zweeds onderzoek van Hjern, Lindbladd en anderen. Zij concludeerden dat ongeveer de helft van de interlandelijk geadopteerden sociale uitval en problemen kent die aan hun adoptie toegeschreven kunnen worden. Geadopteerden hebben drie tot vier keer meer kans op zware mentale problemen (zelfdoding, poging tot zelfdoding en psychiatrische opnames) dan niet-geadopteerde leeftijdsgenoten die opgroeien onder soortgelijke socio-economische omstandigheden, vijf keer meer kans om drugsverslaafd te worden en ze lopen ook een groter risico om criminele feiten te plegen of alcoholverslaafd te worden. Deze cijfers doen minstens bedenkingen rijzen over de vanzelfsprekendheid waarmee wordt aangenomen als zou een leven hier altijd als ‘beter’ beschouwd moeten worden dan in landen van herkomst.

Dergelijke manier van denken stamt bovendien uit voorbijgestreefde neokoloniale denkbeelden en zienswijzes waarbij alleen onze westerse samenleving zou beschikken over vaardigheden en omstandigheden die goed genoeg zijn om kinderen op te voeden zoals het hoort. Dit onderzoek ontkracht geenszins dat er materieel meer comfort ter beschikking kan zijn na adoptie, maar een ‘goed’ leven louter in die termen zien is ouderwets paternalistisch. De aanbevelingen uit het rapport houden rekening met het feit dat je een kind niet gedwongen hoeft te verplaatsen om het te ‘redden’ of te helpen. En als adoptie echt zo voordelig is voor kinderen en hun gezinnnen dan zijn er in Vlaanderen ongetwijfeld talloze kinderen die uit de kansarmoede gered kunnen worden door hen te laten adopteren door rijke gezinnen in bijvoorbeeld Dubai, Nigeria of China.

Ook het voorstel om een poule te maken voor pleegzorg waar de wachtende kandidaat adoptieouders deel van zouden uitmaken, stuit op tegenkanting. Pleegzorg zou immers iets heel anders zijn dan adoptie. Met dat laatste ga ik akkoord als ik kijk vanuit het perspectief van kandidaat- adoptieouders. Ik heb mededogen en begrip voor hoe allesverterend een kinderwens kan zijn. Hier wordt veel te vaak aan voorbij gegaan waardoor dit immens menselijk lijden en de impact ervan worden geminimaliseerd en weggedrukt. Binnen pleegzorg wordt nooit de illusie gewekt dat een kind je ‘eigen’ kind kan worden en je blijft ouderschap delen met de ouders, complex en moeilijk maar in het belang van het kind aangezien we ondertussen wel weten dat een persoonlijke geschiedenis zich niet laat uitwissen.

Ik hoor de meeste (kandidaat)adoptieouders ook zeggen dat ze openstaan voor contact tussen hun adoptiekinderen en hun ouders van oorsprong, dat kan dus de drempel niet zijn. Als zorgen voor kinderen in hun belang de essentie is van je verlangen, is het dan nodig om banden door te snijden en je kinderen toe te eigenen als ware ze van jezelf? En waarom zou je dan niet openstaan voor pleegzorg? Als mensen die willen adopteren niet openstaan om kinderen via pleegzorg op te vangen omdat deze kinderen mogelijks (hopelijk) terug bij hun ouders kunnen verblijven na verloop van tijd, over wiens belang gaat het dan in feite? En zouden kandidaat-adoptieouders zich ook aanmelden als er pakweg zoiets als interlandelijke pleegzorg zou bestaan?

Een kanttekening die ik hierbij wil maken is dat kinderen en volwassen uit pleegzorg met minstens zoveel sensitiviteit en kennis van zaken benaderd en opgevolgd dienen te worden dan adoptiekinderen en geadopteerden. Pleegzorg is geen gemakkelijkheidsoplossing om adoptie af te schaffen of te vervangen. Het moet een bewuste, doordachte en onderbouwde keuze zijn van mensen, met ook aandacht voor eigen pijnpunten en kwetsbaarheden qua rouw en verlies, zoals een ongewenst onvervulde kinderwens.

Dat er ook goede adoptieverhalen zijn, is een ander veelgehoord argument tegen de voorgestelde adoptiepauze. Hiermee wordt bedoeld dat geadopteerden en adoptieouders een warme band ervaren en liefde voor elkaar voelen. Ik las nergens in het rapport dat dit ontkend zou worden. De aanbevelingen gaan over het uitbannen van systeemfouten en menselijk leed, niet over het al dan niet mogelijk zijn van affectieve relaties. Ik zou zelfs durven zeggen: dat zou er nog aan mankeren, dat mensen in adoptiegezinnen elkaar niet graag zouden kunnen zien. Het uit de wereld willen helpen van structurele fraude sluit warme menselijke relaties geenszins uit.

Een laatste bedenking die ik regelmatig voorbij zag komen, was dat frauduleuze adopties onfortuinlijkheden uit het verleden zouden betreffen. De realiteit is volgens mij dat niemand dit kan zeggen of weten, critici van adoptie niet, adoptieouders- en diensten evenmin. Of de adopties van de jongere generatie geadopteerden fraudevrij gebeurden, zal de tijd uitwijzen. Vandaar dat er uiterst omzichtig omgesprongen moet worden met de omstandigheden en kaders waarbinnen interlandelijke adoptie nog zou kunnen plaatsvinden. Wanneer de jongere generatie geadopteerden DNA zal beginnen opladen in databanken om zichzelf te vinden, alsook de antwoorden die niemand kan geven, als ze moeilijke en pijnlijke zoektochten zal aanvatten of sociale media zal beginnen uitpluizen op zoek naar een glimp van herkenning bij potentiële verwanten, zullen deze geadopteerden misschien pas ontdekken dat ze bijvoorbeeld helemaal geen wees zijn. Ook nu duiken reeds recente fraudegevallen op, zoals de in 2015 geadopteerde ‘wezen’ die ontvoerd bleken na identiteitsvervalsing en bedrog tegenover hun ouders. Beeld u in dat uw kind ontvoerd wordt maar dat u het na jaren wanhoop niet terugkrijgt omdat andere mensen ondertussen uw plek als ouder proberen in te nemen. Denk ook aan de frauduleus adoptabel gemaakte kinderen uit Ethiopië (adopties tot 2017), waarvan ouders onterecht doodverklaard werden en waarbij kinderen moesten liegen over hun leeftijd.

Het sociaal-wetenschappelijk onderzoek van de UGent hield rekening met klachten tot en met 2020, het juridische rapport van de UAntwerpen het heeft het huidige systeem grondig geëvalueerd. Persoonlijke beledigingen aan het adres van geadopteerden die hun ervaringen deelden en hen wegzetten als uitzondering, rancuneus of labiel lijken me dan ook ongepast en irrelevant.

To pause or not to pause?

In mijn ogen is de voorgestelde adoptiepauze niet alleen te verantwoorden maar ook broodnodig om te hervormen en recht te trekken wat tientallen jaren systematisch verkeerd liep. Ik ben ervan overtuigd dat zo goed als iedereen er voorstander van is om de onregelmatigheden eruit te halen zodat adopties rechtmatig kunnen verlopen. Het internationale adoptieveld is echter zeer complex en structurele veranderingen laten zich niet eenvoudig of snel doorvoeren. Ik erken volmondig dat dit hard is voor kandidaat-adoptieouders, maar ook noodzakelijk om een correct verloop na te streven. Zonder het inlassen van een pauze zal de wachtlijst van kandidaat-adoptieouders bovendien alleen aangroeien aangezien ze nog steeds zullen kunnen instromen voor een onzekere en emotionele procedure zonder zekerheid op transparantie.

De essentie van het rapport en de aanbevelingen zijn niet de particuliere ervaringen die alle betrokkenen beleven, maar wel het hervormen van een bewezen, fraudegevoelig systeem dat potentieel grote menselijke schade berokkent bij geadopteerden, ouders van oorsprong en adoptieouders. Het is verbazingwekkend, en eigenlijk ook schrijnend, dat we over deze aanbevelingen anno 2021 nog zo moeten debatteren en discussiëren. Het beschermen van de rechten van kinderen en hun oorspronkelijke familie alsook het bevorderen van de levenskwaliteit van geadopteerden die hier al zijn, rechtvaardigen deze pauze en vormen de terechte prioriteiten die naar voor komen uit het rapport.

Renate Van Geel werd geboren in Zuid-Korea en na 4 maanden geadopteerd naar België. Ze studeerde Toegepaste psychologie en Sociale en culturele antropologie. Na 11 jaar werken binnen jeugdzorg coacht en begeleidt ze nu geadopteerden en hun omgeving bij de psycho-sociale moeilijkheden waar ze tegenaan lopen. Samen met een mede-geadopteerde uit India houdt ze een blog bij over het dagelijks leven als geadopteerde: Tussen India en Korea – Geadopteerd: van overleven naar leven

17. Wat een jaar

Een goed jaar geleden werd ik wakker met de positieve DNA test in mijn mailbox. Hierop volgde een jaar waarvoor het woord rollercoaster eigenlijk de lading nog niet dekt. Ik heb in mijn leven nooit zo intens gevoeld als het afgelopen jaar, zowel in positieve als in negatieve zin.

De afgelopen maanden voelden rustiger, minder scherp maar ook verdrietig. Ik mis mijn familie echt en ik had eigenlijk geen contact met mijn moeder. Ze heeft zich na mijn bezoek volledig terug getrokken in haar eigen pijn. Ze negeerde mijn berichtjes en blokkeerde me zelfs een tijdje in het chatprogramma dat we gebruiken. Hoewel ik dit rationeel wel kon plaatsen, heeft het me toch gekwetst en het raakte volledig aan het gevoel (voor de 2e keer) afgewezen te worden. Ik had zo gehoopt (en eerlijk gezegd ook gedacht) dat het bij ons anders zou kunnen verlopen. 2 weken geleden stuurde ze dan een berichtje (nadat ik mijn broer had ingeschakeld om af te tasten of we de communicatie terug op gang konden brengen) waarin ze schreef dat ze zich zo schuldig voelde omdat ze nooit iets goeds had kunnen doen voor mij.

Afgelopen zondag belden we voor het eerst sinds begin mei terug met elkaar. Ik was heel blij om iedereen ‘te zien’, zo blij…als een kind en ik zou liefst het vliegtuig op willen stappen om bij hen te zijn. Ik moet even heel erg huilen. Valt dat uit te leggen, hoe intens het gemis en het verlangen kunnen voelen, ook al heb ik dan gevonden.

Ergens halverwege dit woelige jaar ontmoette ik An Sheela in een onlinegespreksgroep voor geadopteerden. Naast een persoonlijke klik delen we ook een grote betrokkenheid op het welbevinden van geadopteerden, inclusief erkenning voor ons verlies met de bijhorende rouw en impact.

Ondertussen zagen we elkaar al regelmatig in real life, onder andere tijdens het 1e deel van onze opleiding tot adoptiecoach.
Aangezien we allebei al eens graag iets aan papier toevertrouwen, hebben we besloten samen te bloggen over ons dagelijks leven en hoe adoptie ons daar regelmatig inhaalt.
Ik vermoed dat geadopteerden (h)erkenning kunnen vinden in hoe we adoptie soms op de meest onverwachte momenten tegen komen. Voor niet-geadopteerden kan het verrijkend zijn en voor een bredere kijk op het thema zorgen om onze dagelijkse beslommeringen als geadopteerde mama’s, partners, werknemers, collega’s, vriendinnen,… mee te volgen.

Welkom op www.tussen-india-en-korea.be

16. Er beweegt iets

Het doet me plezier nog eens te kunnen schrijven. De laatste keer was ik geëindigd met de boodschap dat ik jullie op de hoogte zou houden van eventuele concrete stappen en plannen die toen nog vaag in mijn hoofd ronddwaalden.
Ik kan misschien starten met hoe het me vergaan is sinds mijn laatste post. Om eerlijk te zijn heb ik daar geen eenduidig antwoord op, het varieert van dag tot dag en soms verandert het ook meerdere keren in de tijdsspanne van 1 dag. Over het algemeen gaat het best goed, in die zin dat ik véél minder pijn en verdriet heb dan voordat ik in Korea was geweest. De aanrakingen van mijn moeder en mijn familie lijken mij en mijn lichaam in zekere zin getroost en gekalmeerd te hebben.
De eerste weken na terugkomst leefde ik wat op adrenaline denk ik. De nieuwe ervaringen zochten hun plek en ik kon nog niet goed voelen wat dit allemaal betekend had. De eerste keer dat ik terug belde met mijn familie werd ik wel weer overvallen door verdriet. Hen allemaal samen zien op de plek waar ik een paar weken ervoor zelf nog tussen hen in had gezeten, deed me voor de 1e keer sinds ik terug was huilen. Nadien is dat gevoel van verlies, van rouw, gebleven, met tussenpozen weliswaar, maar het vindt regelmatig zijn weg naar buiten. Ook de vraag hoe het nu verder gaat, hoe we ons kunnen (blijven) verbinden, houdt me bezig. Beseffen dat we ondanks alle affectie nooit de relatie zullen kunnen opbouwen waar ik naar verlangde en op hoopte, blijft bikkelhard.
Onze fijne hereniging is geen eindpunt of een louter happy end maar het begin van iets wat misschien heel mijn leven zal duren: leren omgaan met het feit dat je je nooit echt compleet voelt en dat 2 delen van jezelf steeds in tegengestelde richting aan je trekken, het zoeken naar een evenwicht daarin, het voelen waar je thuis hoort en waar je wil zijn.
Momenteel heb ik met mijn moeder weinig contact, ze reageert niet op mijn berichtjes. De laatste keer dat ze zelf stuurde, liet ze weten dat ze geen zin had om buiten te komen en dat ze in het ziekenhuis had gelegen. Via mijn zussen vernam ik dat zij vonden dat het niet goed ging met haar, ze leidden dit bijvoorbeeld af uit het feit dat ze bij haar gingen eten maar dat mijn moeder niet gekookt had voor hen. Hoewel ik het natuurlijk liever anders had gezien, begrijp ik heel goed dat zij op haar beurt ook een ontzettend pijnlijk proces doormaakt. Ik wacht geduldig af en laat regelmatig iets van mij horen zonder verdere verwachtingen.

De kinderen zijn erg bezig met hun Koreaanse kant. Nia lijkt er fier op en noemt zich onomwonden half Belgisch-half Koreaans, terwijl ik het zelf soms nog zo moeilijk vind om mijn Koreaanse stuk te erkennen. Ik hoop dat ze dat niet zegt omdat ze denkt mij hiermee te plezieren. Ze stelt me vragen waar ik het antwoord soms op moet schuldig blijven maar waardoor ik telkens weer ga nadenken over waar ik sta.
En er is niemand die zo enthousiast en luid Happy birthday in het Koreaans kan zingen als Ilja doet. Ik kijk met een mengeling van trots en verwondering naar hen, naar de vanzelfsprekendheid en de schijnbaar complexloze manier van zijn wat betreft dat stukje van hun identiteit op dit moment. Ik ben er jaloers op.
Naast de emotionele beleving van de afgelopen weken en maanden lijkt het toch alsof er een aantal zaken in beweging werden gebracht waardoor er knopen konden worden doorgehakt.

  • Ik ben afgelopen week gestopt met de Koreaanse les. Ik voelde er na terugkomst een soort van weerstand tegen en het lukte me totaal niet meer om iets te leren of te onthouden. De taal die ik nooit goed (genoeg) zal leren spreken voelde als symbool bij uitstek voor alles wat nooit zal zijn.
  • Ik stop vanaf september met mijn job op het CLB. Hoewel het voor mij al lang duidelijk was dat ik niet meer kon en wilde functioneren binnen het huidige systeem van jeugdzorg en onderwijs, bleek het tot nu toe ook heel moeilijk om de veiligheid van een vaste benoeming, waardering en heel fijne collega’s achter me te laten.
  • Ik ben in mei gestart met een intensieve coachingsopleiding die in juli afgerond zal zijn om geadopteerden te begeleiden. Volgende week start ik nog met een andere opleiding rond trauma en verlies bij kinderen, die eventueel te vervolledigen is als therapieopleiding (een meerjarenplan dus).
  • En last but not least, na jaren aarzelen, ben ik gestart met een eigen praktijk voor ouder- en gezinsbegeleiding, individuele coaching, coaching en begeleiding van geadopteerden en mensen uit pleegzorg. Wie nieuwsgierig is, kan een kijkje nemen op www.renatevangeel.be

Het is dus druk geweest, verwarrend en chaotisch ook, met nadenken, twijfelen, beslissingen nemen, acties uitvoeren en soms ook wel voelen. Nog niet alle ronddwalende, vage plannen in mijn hoofd zijn al uitgeklaard en geconcretiseerd, maar niet alles kan tegelijk zeker?
Ondertussen blijf ik, een beetje tegen beter weten in, hopen dat de quarantaine in Korea wordt opgeheven zodat ik in augustus mijn gezin met mijn familie kan laten kennis maken.

15. ‘Hoe is ‘t?’

Zelden klonk deze vraag meer oprecht dan de afgelopen dagen, dus ik schrijf er met plezier nog een antwoord op.

Ik was dinsdag 7 uur te vroeg op de luchthaven van Seoul (dat kwam zo uit met de andere vluchten die mijn zus, moeder en ik die dag namen of nog moesten nemen). Toen ik na 4 u wachten eindelijk mijn bagage kon afgeven, was ik aan het popelen om wat rond te kuieren, te shoppen en nog een keer lekker Koreaans te eten. Helaas bleek mijn vlucht in vertrekhal 2, van wat normaal 1 van de drukste luchthavens van Azië is, de enige tussen 18u ’s avonds en 9u ’s morgens. Bovendien telde mijn vlucht slechts rond de 50 passagiers… Toen ik door de security was, bleek de boel daar dus nog doodser dan in de vertrekhal: er was geen enkel restaurant open (tenzij je Starbucks en diens naar rubber smakende muffins meetelt) en ook bijna alle winkels waren dicht.

Bij het boarden en opstijgen, speelde mijn vliegangst nogal op (‘Het is nu echt niet het moment om neer te storten’), maar tot mijn verbazing stonden opeens 3 blauwe mannetjes met champagne, lekker eten, kadootjes en een heel lief kaartje naast mijn stoel. De crew was ingeseind door een vriend van een vriend van mijn zus en ik werd extra in de watten gelegd. Met dank aan de champagne lukte het me om te ontspannen en best goed te slapen, tot een uur voor de landing.
Ook op Schiphol was het akelig rustig, mijn bagage lag al op de band toen ik er aankwam. Het weerzien met Johan was heerlijk, een beetje emotioneel. Ik kon me even opfrissen in het hotel waar Johan had geslapen en ik kreeg er nog een zalig ontbijt op de kamer bovenop, voor het eerst in 3 weken had ik honger.

Hoewel ik het eerst niet van plan was (elkaar na 3 weken knuffelen met mondmasker terwijl half Heide er op staat te kijken, klonk niet heel aanlokkelijk), bleek de drang tegen 12u toch te groot en ging ik mee om de kinderen op te halen van school. Het was zalig, fantastisch en heel intens om hen na 3 weken terug in de armen te kunnen sluiten en te voelen dat we elkaar enorm gemist hadden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die 3 weken in Korea zo erg in mijn ‘dochterrol’ zat, dat het gemis voor mij daar is meegevallen.

Ik vond vrijwel onmiddellijk mijn draai terug in de praktische, dagelijkse gang van zaken. Hoewel ik heftige verhalen had gehoord van andere geadopteerden over terugkomsten (die ik me overigens levendig kan voorstellen) voelde ik me (ondanks verdriet, zeker als ik aan mijn moeder denk) blij om terug te zijn, rustig en eigenlijk wel goed. Ik heb zelfs even gepolst bij m’n therapeut of dat wel normaal was, na haar nuchtere geruststelling (‘Oh, wil je een probleem? Dan kan ik er altijd wel een paar suggereren voor je.’) kan ik vertrouwen op mijn gevoel en genieten van het feit dat ik me gewoon kalm en goed voel.
Ik hoop dat ik die scherpe fase van rouw, van bijna ondraaglijke pijn, van me incompleet en behoeftig voelen en van huilen als een baby in de maanden voor de hereniging heb doorgemaakt waardoor dit nu een wat milder en minder acuut verloop kent, al komt rouw in periodes, op de meest onverwachte momenten.
Ik ben naar Korea vertrokken met de verlangens van een baby. In de veilige cocon van de quarantaine konden zowel mijn moeder als ik in deze unieke setting onze behoefte aan elkaar zo goed mogelijk vervullen. We konden ons volledig en eenduidig wijden aan onze moeder- en dochterrelatie en dat bleek precies wat we beiden nodig hadden. Hoewel ik nu des te meer besef dat het gigantisch riskant was om het op deze manier te doen, is het voor ons misschien wel een groot kado gebleken om die quarantaineperiode met elkaar te moeten/kunnen spenderen. Het lijkt alsof ik na de quarantaine gegroeid ben zodat ik terug naar België kon vertrekken als puber.
Ik kan maar moeilijk bevatten dat het misschien nog wel een jaar of langer zal duren voordat ik terug kan gaan. Mijn moeder stuurde dat ze zich in mijn kamer heeft teruggetrokken, haar verdriet raakt me diep en doet me pijn.

Laat me de meest prangende vragen na ‘hoe is ‘t’ beantwoorden:

  • Mijn bril zit als gegoten, dank je.
  • Mijn zus is niet boos en we hebben geen ruzie, ze is fier en heel blij voor mij.
  • Ik heb niet meer gesquat (sorry, appa).
  • Een boek schrijven zou toch vooral voelen als meedoen aan Idool omdat je vrienden zeggen dat je goed kan zingen… De 30-plussers onder ons herinneren zich vast nog wel dat dat nooit een goed idee bleek.

Ik broed op verschillende toekomstplannen: wild en doordacht, vaag en concreet, zowel privé als professioneel. Als er ooit eentje uitgewerkt geraakt, deel ik het graag met jullie.
Maandag ga ik terug werken, de 1e vriendinnen zijn gezien en de dates voor komende weken werden gepland. Maar nu wacht nog een weekendje heerlijke rust…

14. Terug naar huis

Op dit moment ben ik op de luchthaven in Seoul nog aan het nasnotteren nadat mijn moeder en oudste zus net zijn vertrokken. Ik heb mijn PLF formulier ingevuld en zoals verwacht, hoef ik niet in quarantaine als ik terug kom. Omwille van het zeer lage aantal covidbesmettingen is Korea een groene zone.

Het verhaal van mijn moeder zindert nog na, zowel bij haar als bij mij. En ik maak me na het horen van haar beleving nogmaals de bedenking waarom wij als samenleving nog steeds lijken te denken dat vrouwen, en gezinnen (van kleur?), in probleemsituaties goed of zelfs het best geholpen worden door hen voor altijd te scheiden van hun kind. Is het niet hoog tijd om te starten met de denkoefening hoe deze ‘hulp’ anders kan, nee moet, ingevuld worden en in vraag te stellen wie er precies geholpen wordt en wiens belang eigenlijk gediend wordt door moeder en kind te scheiden.

Van mijn 2e zus en mijn vader nam ik vrijdag al afscheid, vooral dat van mijn vader was emotioneel. Toen mijn zus me donderdag vertelde dat ze niet mee naar de luchthaven kon komen vandaag en dat het afscheid vroeger zou plaatsvinden dan ik verwacht had, reageerde vooral mijn lichaam daar onmiddellijk op met misselijk worden en 3x overgeven.

Bij mijn broer en zijn vrouw in Jeju was het heel fijn, de klik van vorige week voelden we nog steeds. Ze hebben hun uiterste best gedaan om mij zoveel mogelijk te laten zien en hebben hiervoor kosten noch moeite gespaard. Mijn broer is degene van het gezin die mij het meest als volwassene beschouwt en ook zo behandelt, wat ook weer wel fijn was. Hij en zijn vrouw hebben de wens dat we een ‘global family’ kunnen zijn en in de toekomst eender waar ter wereld kunnen afspreken om samen te reizen, een prachtidee in mijn ogen. Zijn vrouw was gisteren al aan het zoeken naar een geschikt huis voor ons waar we vakanties kunnen doorbrengen als we naar Jeju komen.

De laatste 2 dagen hebben mijn moeder en ik wat rond elkaar heen bewogen en ons als het ware terug getrokken van elkaar, alsof we elkaar wilden vermijden om het vertrek niet te moeilijk te maken. Bovendien was ze de voorlaatste avond erg dronken geworden (zoals nog nooit in haar leven als ik haar en mijn broer mag geloven), eerst zong ze heel luid, daarna heeft ze heel erg gehuild en was ze volledig de controle over zichzelf kwijt. Ik moest haar troosten en ondersteunen. Hoewel ik begreep waar deze emoties vandaan kwamen, was ik hierdoor heel erg van slag en voelde ik de nood om afstand te nemen, ik werd eerlijk gezegd wat afgestoten door haar zo te zien en ik had totaal geen behoefte aan deze verschuiving qua positie waarin ik geacht werd te zorgen voor haar.

Vannacht heb ik geen oog dicht gedaan en vanmorgen stond ik misselijk op. Verder heb ik deze laatste dag wel rustig beleefd, bij het afscheid van mijn broer overheersten dankbaarheid en blijdschap over onze dagen samen.
Mijn oudste zus en mijn moeder hebben me dan net op de luchthaven afgezet. Deze laatste minuten vond mijn moeder geschikt om nog wat gevoelige vragen te stellen, zoals of ik het niet pijnlijk vind om oude gezinsfoto’s te zien zonder mezelf erop en of ik het niet heel erg vind dat ze na mij nog een kind heeft gekregen, dus mijn zus en ik waren al een tijdje aan het huilen geslagen. Het afscheid was intens en emotioneel, ik kan het moeilijk beschrijven.
Normaal gezien zouden we komende zomer met heel het gezin Korea willen bezoeken maar als de quarantaineplicht in Korea dan nog niet is opgeheven, is dat niet haalbaar. Het is dus onzeker wanneer ik mijn familie weer zal zien, dat maakt weggaan extra moeilijk. Hoewel ik hen niet (opnieuw) verlies, maar juist heb teruggevonden, overheerst momenteel toch de pijn en verdriet om te moeten vertrekken.
Ook voor mijn moeder was het heel pijnlijk om haar pas gevonden dochter terug te moeten ‘afgeven’, net voor het weekend had ze ineens een aantal kale plekken, de dokter sprak van acute haaruitval door stress.
Mijn hereniging tot nu toe is zeker 1 van de fijnste waarvan ik al gehoord heb. Vaker is het een verhaal van aantrekken en afstoten, van kwetsen en gekwetst worden. Ik ben dus uiterst dankbaar voor hoe het allemaal is verlopen, voor wat ik heb gekregen en voor wat ik heb kunnen geven, en voor nu zeg ik: so far, so good.

Er waren de afgelopen 3 weken uiteraard ook lastigere momenten en ergernissen:

  • het feit dat ik in de ogen van mijn ouders een kind was, hield ook in dat ik zelf weinig keuzes of beslissingen mocht maken. Meestal vond ik dat niet erg, maar een aantal keer zorgde dit ook wel voor wat irritatie. Zoals die keer dat mijn vader een halve dag in het Koreaans tegen mij preekte waarom ik best geen cola kon drinken omdat dit slecht is voor mijn gezondheid en die keer toen ik een nieuwe valies kocht en mijn moeder het volledig oneens was met mijn keuze.
  • mijn moeder blijkt 1 van die mensen te zijn die bang is dat het vliegtuig zonder haar gaat vertrekken en iedereen onderweg zowat omver maait als ze denkt dat het tijd is om in te stappen, geen houden aan.
  • ze is van het ietwat koppige en lichtjes eigengereide type (ahum), op bepaalde momenten valt er dus niks tegenin te brengen.
  • in Jeju sliep ik samen met haar omdat er maar 1 slaapkamer was, toen ze om 6u ’s morgens filmpjes begon te kijken op haar gsm heb ik toch meer dan 1x moeten slikken.

Met het weerzien in zicht kan ik het mezelf toelaten stil te staan bij mijn gezin waar ik hevig naar verlang. Elke dag heb ik minstens 1x gebeld met de kinderen. Ilja huilde al 2 dagen nadat ik was vertrokken omdat hij wilde dat ik terugkwam, dat heeft zich nog een aantal keer herhaald. Maar voor zover ik nu kan beoordelen hebben de kinderen en Johan het goed gesteld, met veel leuke dingen en met ruimte voor verdriet en gemis.
Ook met mijn liefste zus had ik veel contact, ze heeft me dagelijks gebeld, haar steun was heel belangrijk voor mij.
Een oprechte en uiterst dankbare dankjewel aan elk één van jullie, om mij te volgen van ver en heel nabij, voor de berichtjes, de telefoontjes, het mee lachen, het mee huilen en jullie warme bad van betrokkenheid. Jullie hebben mij aangemoedigd en gedragen doorheen de moeilijke momenten.
Home is where the heart is, dus ik vertrek terug richting huis. Maar het mag duidelijk zijn dat een stukje van mezelf en van mijn hart in Korea blijven.

1 2 3 4 5